e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heek

Overzicht

Gevonden: 1225
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nestei nestei: nesęi̯ (Heek) Een nestei is het ei dat men bij het wegnemen van de eieren van de kippen in het nest laat liggen, opdat er andere bij gelegd worden. Soms gebruikt men een ei van kalk, porcelein of gips, soms een vuil ei. [S 25; monogr.] I-12
neus neus: naas (Heek) neus [SGV (1914)] III-1-1
nieuws nieuws: nuuts (Heek) nieuws [SGV (1914)] III-3-1
nieuwsgierig nieuwsgierig: nusjierig (Heek) nieuwsgierig [SGV (1914)] III-1-4
niezen niezen: neeze (Heek) niezen, proesten [SGV (1914)] III-1-2
niks waard niks waard: wêrt (Heek) waard (dat is niets ~) [SGV (1914)] III-3-1
nok vorstboom: vēš˱bǫwm (Heek) De bovenste liggende balk in het dakgebint waartegen de kepers rusten. De nokgording heeft doorgaans een doorsnede van 9,5 x 9,5 cm. Onder nok of vorst verstaat men ook dikwijls het hoogst gelegen gedeelte van een dak, de dakbedekking inbegrepen. Zie ook het lemma 'ruiter' en afb. 49j en 85. [S 41; N 32, 43d; N 54, 161; L 8, 66a; L 12, 9; L B1, 169; monogr.; div.; Vld.] II-9
nors bars: basj (Heek) norsch (barsch) [SGV (1914)] III-3-1
ochtend (vanmorgen ochtend: mörige (Heek) s morgens) [SGV (1914)] III-4-4
oever kant: kant (Heek) oever [SGV (1914)] III-4-4