e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heek

Overzicht

Gevonden: 1225
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schaduw, lommer scheem: sjiem (Heek) schaduw [SGV (1914)] III-4-4
schaften ungeren: ungeren (Heek) schaften [SGV (1914)] III-3-1
schafttijd ungeren: ungere (Heek) schafttijd [SGV (1914)] III-3-1
schande schande: sjan (Heek) schande [SGV (1914)] III-3-3
schede schede: sjei (Heek) scheede [SGV (1914)] III-2-1
scheen scheen: sjeen (Heek) scheen [SGV (1914)] III-1-1
schelden, schimpen chicaneren (<fr.): sjokkeneere (Heek), schelden: sjĕlle (Heek) schelden [SGV (1914)] || schimpen [SGV (1914)] III-1-4
schemering, valavond in de avond: (in de schemering).  in den oavent (Heek) schemering [SGV (1914)] III-4-4
schenkel schenkel: sjinkel (Heek) schenkel [SGV (1914)] III-2-3
scheuken schuren: šūrǝ (Heek) Het zich wegens jeuk wrijven, gezegd van dieren. [S 31] I-11