20300 |
erfgenaam |
erfgenaam:
(mv.: d\\ érv\\).
érfgənaam (L328p Heel)
|
degene die een erfenis of een gedeelte daarvan krijgt [erfgenaam, erf] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
18837 |
ernstig |
menens:
meinəs (L328p Heel)
|
van ernst vervuld [serieus, menens, ernstig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24729 |
esdoorn |
es:
WLD
ès (L328p Heel)
|
De esdoorn: een grote boom met dichte kroon; de twijgen zijn donkergrijs met groene knoppen; het blad is donkergroen, aan de onderzijde grijs; de bloemen staan in hangende trosvormige pluimen, terwijl de gevleugelde zaden onderling een scherpe hoek vormen [N 82 (1981)]
III-4-3
|
21854 |
etalage |
etalage (<fr.):
ittəláásj (L328p Heel)
|
de grote winkelruit waarachter men zijn waren uitgestald heeft [vitrine, etalage] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
20855 |
eten (ww.) |
eten:
aete (L328p Heel, ...
L328p Heel)
|
eten [DC 35 (1963)], [DC 37 (1964)]
III-2-3
|
21374 |
etiquette - <stroef persoon> |
wrede kerel:
eine vriee kêrel (L328p Heel)
|
stroef (een ~ man) [SGV (1914)]
III-3-1
|
30743 |
etsen |
etsen:
ɛtsǝ (L328p Heel)
|
Met zuur letters in glas of in een asbest-cementplaat uitbijten. Bij glas worden daartoe de niet mat uit te bijten plaatsen met vuurlak, was etc. bedekt. Nadat het glas met het zuur is bewerkt, kan deze bedekking weer verwijderd worden. Soms wordt ook door middel van zandstralen geornamenteerd glas gemaakt. [N 67, 82a]
II-9
|
18047 |
etter |
etter:
ĕtter (L328p Heel)
|
etter [SGV (1914)]
III-1-2
|
23610 |
evangelie |
evangelie:
evangelie (L328p Heel, ...
L328p Heel)
|
De tweede lezing, het evangelie [t evangillie, evangjillióm?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
32843 |
evenaar, tweespanszwenghout |
dobbele schei:
dǫbǝl šɛi̯ (L328p Heel)
|
De balans of het dubbele zwenghout is het dwarse verbindingsstuk tussen een (zwaar) akkerwerktuig en de beide zwenghouten van een tweespan. Zie afb. 99. Bij de betrokken woordtypen hieronder is in (d)wars e.d. steeds de a als klinker aangehouden, ook al beantwoordt aan de dialectvarianten meestal een type met e (dwerg e.d.) of ee (dweers e.d.). Voor het ''...''-gedeelte van sommige varianten zij verwezen naar het lemma ''zwenghout''. De daar onderscheiden typen eegdhaam, eeghaam, eghaam en hun varianten zijn in dit lemma door ''eghaam'' resp. ''eghaam'' gesubstitueerd. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; N 11, 34b; N 11A, 104; N 13, 87 add.; N 17, 69b add.; div.; monogr.]
I-2
|