30641 |
getande spalter |
getande kwast:
gǝtanjǝ kwas (L328p Heel)
|
Spalter waarvan het haar in afzonderlijke bundeltjes is verdeeld. De getande spalter wordt gebruikt bij het schilderen van de vezels van hout. Zie ook afb. 93b en de lemmata 'Spalter' en 'Draadtrekker'. [N 67, 36b]
II-9
|
21319 |
getatewaal |
geteutel:
getautel (L328p Heel)
|
getatewaal (gebrekkig spreken) [SGV (1914)]
III-3-1
|
18828 |
getob; tobben |
gedoens:
gədóóns (L328p Heel),
gemartel:
gemertel (L328p Heel),
temptatie:
Frans: "tentation
tamtasie (L328p Heel),
temtasie (L328p Heel)
|
bezoeking, beproeving, kwelling || gemartel [SGV (1914)] || het getob om iets gedaan te krijgen [gevil, vilderij, plagerij, gesukkel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20369 |
getuige |
getuige:
getuug (L328p Heel),
getuuge (L328p Heel),
gətuugə (L328p Heel)
|
de getuige bij het huwelijk [tsuuch] [N 96D (1989)] || iemand die voor de rechter een verklaring aflegt over te bewijzen feiten [toon, getuige] [N 90 (1982)]
III-2-2, III-3-1
|
20388 |
getuige zijn |
getuigen:
gətūūgə (L328p Heel)
|
getuige zijn bij een huwelijk [getuigen zijn, bronken] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
21321 |
getuigen |
getuigen:
getuuge (L328p Heel)
|
getuigen [SGV (1914)]
III-3-1
|
23899 |
gevallen engelen |
gevallen engelen:
gevalle ingele (L328p Heel, ...
L328p Heel)
|
De gevallen engelen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21322 |
gevangenis |
cachot (<fr.):
Van Dale: cachot (<Fr.), gevangenhok, gevangenis; arrestantenlokaal.
kəsjòt (L328p Heel),
gevangenis:
gevangenis (L328p Heel),
prison (<fr.):
Van Dale: prison (<Fr.), (gew.) gevangenis.
persong (L328p Heel)
|
de gevangenis [cachot, nor, partoet, speentje, grawoel, ren] [N 90 (1982)] || gevangenis [SGV (1914)]
III-3-1
|
17808 |
geven |
geven:
gêve (L328p Heel)
|
geven [SGV (1914)]
III-1-2
|
34303 |
gevlekt varken |
piétrain:
pǝtrē̜n (L328p Heel)
|
Varken van het ras dat een gevlekte huid heeft. [N 76, 1d]
I-12
|