24318 |
graat |
graat:
Graat wordt gezegd voor Gerardus
groat (L328p Heel),
WLD
graot (L328p Heel)
|
graat [SGV (1914)] || Hoe noemt u een been of beentje van een vis (graat, vlim, vin) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
21177 |
gracht |
graaf:
grààf (L328p Heel),
weerd:
wiejərt (L328p Heel)
|
een ringkanaal rondom bijv. een vesting; een kanaal met langs de oevers huizen (gracht, wijert, rui, wal) [N 90 (1982)] || gracht [DC 02 (1932)]
III-3-1
|
20137 |
graf |
graf:
graaf (L328p Heel, ...
L328p Heel),
grāāf (L328p Heel)
|
Een graf [graf, graaf, jraaf?}. [N 96A (1989)] || graf [SGV (1914)]
III-3-3
|
23481 |
grafkruis |
grafkruis:
graafkruuts (L328p Heel, ...
L328p Heel)
|
Een houten of stenen kruis op een graf [grafkruus, graaf-/jraafkruuts?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23483 |
grafzerk |
grafsteen:
graafsjtein (L328p Heel, ...
L328p Heel)
|
Een grafsteen, grafzerk, grafmonument [graf-/graafsteen,-stieën,-sjtein, jraafsjtee, jraafdenkmaal?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
21460 |
grap |
grap:
grap (L328p Heel),
ui:
Opm. is deftige benaming.
ui (L328p Heel)
|
ui (grap) [SGV (1914)]
III-3-1
|
19331 |
grapjas |
dolles?:
duiles (L328p Heel),
grappenmaker:
gráppəmèèkər (L328p Heel),
wuiles:
wuiles (L328p Heel)
|
grapjas, iemand die van dollen houdt || iemand die altijd grapjes maakt [schacht, grapjas] [N 85 (1981)] || iemand die graag gekheid maakt
III-1-4
|
19208 |
grappig |
grappig:
grappig (L328p Heel),
plezierig:
pləzéérig (L328p Heel)
|
grappig [SGV (1914)] || vol grappen, vermakelijk, gezegd van een persoon [plezierig, plezant, grappig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
32848 |
gras |
gras:
grās (L328p Heel)
|
De algemene benaming voor het gewas, zo uitvoerig mogelijk gedocumenteerd, zodat in de volgende lemma''s naar deze opgaven en naar de klankkaart kan worden verwezen. Op de klankkaart van het type gras zijn de vormen met betoning niet apart aangegeven; men kan bij dit woord aannemen dat het in het gehele polytone gebied sleeptoon heeft. Wanneer er meer dan één variant voor een plaats was opgegeven, is bij voorkeur het materiaal van de mondelinge enquêtes in kaart gebracht.' [N 14, 88a; JG 1b, add.; Wi 54; S 11; L 1 a-m; L 1u, 75; L 20, 26a; L 35, 65; L. 39, 41; A 2, 54; A 4, 26a; A 4, 28; RND 111; monogr.]
I-3
|
24158 |
grasmus |
graskat:
graaskat (L328p Heel),
grasmus:
graasmus (L328p Heel)
|
grasmus || Hoe heet de grasmusch? [DC 06 (1938)]
III-4-1
|