e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
groente groentes: WLD  greuntəs (Heel) De gewassen die door mensen als voedsel worden gebruikt in het algemeen (groente, potazzie). [N 82 (1981)] III-2-3
groente, algemeen groentes: WLD  greuntəs (Heel) De gewassen die door mensen als voedsel worden gebruikt in het algemeen (groente, potazzie). [N 82 (1981)] I-7
groenten bij elkaar zoeken groentjes afdoen: greuntjəs ááf dōōn (Heel) Hoe noemt U: Groenten bij elkaar zoeken (moezelen) [N 80 (1980)] III-2-3
groentevrouw groentevrouw: greuntjevrouw (Heel) groentevrouw [SGV (1914)] III-3-1
grof grof: groeaf (Heel), grǭf (Heel) Gezegd van een paard met zware poten. Een aantal antwoorden is opgenomen in het lemma ''zwaar paard'' (4.5.1), omdat het daar eerder thuishoort. [N 8, 64b] || grof [SGV (1914)] I-9, III-3-1
grof gebouwd fors: fors (Heel), grof: groeəf (Heel) Grof gebouwd: groot, zwaar (struis, grof). [N 84 (1981)] || zwaar van lichaamsbouw [grof, stug, struis] [N 10 (1961)] III-1-1
grof gebouwde vrouw machochel: en megochel (Heel), molenpaard: (sterk en fors gebouwd).  ei mèùlepère (Heel), serdelbeer: (grof, mager, leelijk).  eine serdelbieer (Heel), tottel: (dik en log, weinig elegant).  ein tóttel (Heel) fors gebouwde vrouw [megochel, schommel] [N 07 (1961)] III-1-1
grond waarop de boerderij staat hoeve: hūǝf (Heel) Vaak zijn boerderijen op een natuurlijke lichte verhoging in het terrein gebouwd. Naast de meer algemene benamingen van de plek waarop het bedrijf ligt, vinden we dan ook enkele specifiek op die hoogte betrekking hebbende benamingen. Ze staan achter in het lemma bijeen. [N 5A, 74a; A 10, 1; monogr.] I-6
grond, aarde aarde: ē̜rt (Heel), grond: gronjtj (Heel) De algemene benaming. [S 1, 7, 11, 42; Wi 52; R III, 5, 6, 7, 8; L A1, 150; Vld.; N 18, add.; monogr.] I-8
gronden in de grondverf zetten: en ǝ grontj˲vęrǝf ˲zetǝ (Heel) Een grondverflaag aanbrengen. [N 67, 72a] II-9