33825 |
harmonisch van bouw |
gesloten:
gǝslōtǝ (L328p Heel)
|
Gezegd van een goed gebouwd paard, met korte, gesloten en gevulde flanken. [N 8, 64a]
I-9
|
24710 |
hars |
hars:
WLD
hars (L328p Heel)
|
Het kleverige plantensap vooral van naaldbomen, dat in de lucht hard wordt (hars, terpentijn, denne-olie, vogeltjeszeep). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
17780 |
hart |
hart:
hert (L328p Heel)
|
hart [SGV (1914)]
III-1-1
|
21497 |
hartelijk |
hartelijk:
hèrtəlik (L328p Heel)
|
welgemeend, uit het hart komend [gul, hartelijk, vriendelijk] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
20905 |
hartig |
hartelijk:
hèrtəlik (L328p Heel)
|
een zoutachtige, pittige smaak hebbend (hartig, hartelijk) [N 91 (1982)]
III-2-3
|
18090 |
hartinfarct |
hartverlamming:
hèrtvərlaäming (L328p Heel)
|
Hartinfarct: bloeding in de hartspier met verstopping van de kransslagader (vang, kramp, infarct, hartverlamming). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21458 |
haten |
haten:
haate (L328p Heel),
niet kunnen luchten:
neet koonnə luchtə (L328p Heel)
|
een sterk gevoel van afkeer tegen iemand hebben, haatgevoelens voor iemand hebben [haten, dregen] [N 85 (1981)] || haten [SGV (1914)]
III-3-1
|
32977 |
haver |
haver:
hāvǝr (L328p Heel)
|
Avena sativa L. Men zaait ongeveer 200 kg haver per hectare. Zie afbeelding 1, b. [JG 1a, 1b; A 2, 31; L 35, 101; L lijst graangewassen, 3; Wi 50; monogr.; add. uit N 15, 1a]
I-4
|
20675 |
havermout |
havermout:
havermout (L328p Heel)
|
havermout [SGV (1914)]
III-2-3
|
24480 |
hazelaar |
hazenoot:
-
haassenoot (L328p Heel),
hasenoot (L328p Heel),
hazestruik:
haasestroek (L328p Heel)
|
hazelnoot - boom (Colylus Avellana L.) [DC 17 (1949)] || hazelstruik [SGV (1914)]
III-4-3
|