e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
harmonisch van bouw gesloten: gǝslōtǝ (Heel) Gezegd van een goed gebouwd paard, met korte, gesloten en gevulde flanken. [N 8, 64a] I-9
hars hars: WLD  hars (Heel) Het kleverige plantensap vooral van naaldbomen, dat in de lucht hard wordt (hars, terpentijn, denne-olie, vogeltjeszeep). [N 82 (1981)] III-4-3
hart hart: hert (Heel) hart [SGV (1914)] III-1-1
hartelijk hartelijk: hèrtəlik (Heel) welgemeend, uit het hart komend [gul, hartelijk, vriendelijk] [N 87 (1981)] III-3-1
hartig hartelijk: hèrtəlik (Heel) een zoutachtige, pittige smaak hebbend (hartig, hartelijk) [N 91 (1982)] III-2-3
hartinfarct hartverlamming: hèrtvərlaäming (Heel) Hartinfarct: bloeding in de hartspier met verstopping van de kransslagader (vang, kramp, infarct, hartverlamming). [N 84 (1981)] III-1-2
haten haten: haate (Heel), niet kunnen luchten: neet koonnə luchtə (Heel) een sterk gevoel van afkeer tegen iemand hebben, haatgevoelens voor iemand hebben [haten, dregen] [N 85 (1981)] || haten [SGV (1914)] III-3-1
haver haver: hāvǝr (Heel) Avena sativa L. Men zaait ongeveer 200 kg haver per hectare. Zie afbeelding 1, b. [JG 1a, 1b; A 2, 31; L 35, 101; L lijst graangewassen, 3; Wi 50; monogr.; add. uit N 15, 1a] I-4
havermout havermout: havermout (Heel) havermout [SGV (1914)] III-2-3
hazelaar hazenoot: -  haassenoot (Heel), hasenoot (Heel), hazestruik: haasestroek (Heel) hazelnoot - boom (Colylus Avellana L.) [DC 17 (1949)] || hazelstruik [SGV (1914)] III-4-3