e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heel

Overzicht

Gevonden: 4616
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
atelier werkplaats: wirkplaats (Heel) de ruimte, ingericht om er te werken met gereedschappen en/of machines [atelier, werkplaats] [N 89 (1982)] III-3-1
augurk augurk: WLD  augurk (Heel) Een soort van kleine komkommer die vaak in azijn wordt ingemaakt; een augurk (canichon, augurk). [N 82 (1981)] I-7
aureool aureool: aureool (Heel), lichtkrans: leechtkrans (Heel) De gouden lichtkrans of -kring boven om het hoofd van een heiligenbeeld [aureool, nimbus?]. [N 96A (1989)] III-3-3
auto auto: autoo (Heel) een bestuurbaar voertuig op 3 of meer wielen, voortbewogen door een zich daarin bevindende motor, meestal gedreven door benzine [auto, wagen, kar, tuffer] [N 90 (1982)] III-3-1
automatische schroevendraaier ratelschroevendraaier: rātǝlšrūvǝdrɛjǝr (Heel) In dit lemma zijn de benamingen opgenomen voor de ratelschroevendraaier en de pompschroevendraaier. De ratelschroevendraaier lijkt op een gewone schroevendraaier, maar is voorzien van een vrijloop die ervoor zorgt dat hij hij bij het terughalen niet telkens van de schroef afgenomen hoeft te worden. De vrijloop maakt een ratelend geluid bij het terughalen. De ratelschroevendraaier wordt gebruikt om schoeven los en vast te draaien op moeilijk bereikbare plaatsen, waar men geen hele slag van 360¬∞ kan maken. Door een schuif in te stellen kan men naar believen links- of rechtsom draaien of het mechanisme vastzetten; in het laatste geval werkt men ermee als met een gewone schroevendraaier. De pompschroevendraaier is een schroevendraaier waarmee men door middel van het op en neer bewegen van het handvat schroeven vast- en losdraait. De schroevendraaier is daartoe voorzien van een spiraal die de op- en neergaande beweging omzet in een draaiende. De pompschroevendraaier kan net als de ratelschroevendraaier ingesteld worden om naar links of naar rechts te draaien of om als een gewone schroevendraaier gebruikt te worden. Zie ook afb. 92. [N 53, 137-139] II-12
autoped autoped: autoped (Heel) Het speeltuig bestaande uit een plankje op twee kleine wielen met een stuurstang waarop men door afzetten met de voet rijdt [autoped, glijer, step, aveseerplankje]. [N 88 (1982)] III-3-2
avegaar ever: ēvǝr (Heel), ē̜vǝr (Heel), lepelboor: līǝpǝlbūǝr (Heel) Grote handboor met schroef- of lepelvormig uitlopend boorijzer dat met een dwarsstang wordt rondgedraaid en dient om zeer diepe en/of wijde gaten te boren. Zie ook afb. 79 en 80. De avegaar wordt door verschillende houtbewerkers gebruikt. De wagenmaker boort er onder meer de naven van karwielen mee uit, terwijl de klompenmaker de avegaar gebruikt om er aan de binnenkant van klompen hout mee weg te halen. Dit lemma bevat alleen algemene benamingen voor de avegaar (onder A), de schroefavegaar (onder B) en de lepelavegaar (onder C). Specifieke uitvoeringen van de avegaar zoals die bijvoorbeeld door de kuiper, de klompenmaker en de wagenmaker worden gebruikt, worden behandeld in de paragrafen over de terminologie van deze beroepen. Vgl. voor het woordtype never, dat werd opgegeven door respondenten uit Swalmen, Geulle en Valkenburg (L 331, Q 18, Q 101) ook het Limburgs Idioticon, pag. 176, s.v. never, ø̄Kruisboor. Geh. Kempenlandø̄ en voor het woordtype borendrouw uit Eupen (Q 284) RhWb (I), kol. 1437, s.v. Drau, ø̄das Gestell am Handbohrer, das den eingesetzten Bohrer dreht, Bohrwinde Drehbügelø̄. Met de lepelavegaar werken werd in Hasselt (Q 2) uitbuikeren (ø̜̄ǝt˱bø̜̄.kǝrǝ) genoemd. [N G, 32a; N 53, 167a-c; L 32, 35; A 32, 8; monogr.] II-12
avondgebed avondsgebed: aovesgebed (Heel, ... ) Het avondgebed/avondsgebed met gewetensonderzoek [aovendgebed, aovesgebed, aoëvetsjebed?]. [N 96B (1989)] III-3-3
avondmaal avondeten: aoventjaeten (Heel), aoventjééte (Heel), āōvəndj āētə (Heel), avondsbrood: aovesbroeëd (Heel), avondseten: aoves-ète (Heel) de laatste maaltijd van de dag (verschil tussen zomer en winter [N 06 (1960)] || maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] III-2-3
avondwake avondwake: aovendjwaake (Heel), beden (ww.): väör hem baeje (Heel) De dienst gehouden op de avond voorafgaand aan de begrafenis. [N 96D (1989)] III-3-3