e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koolrabi, koolraap-boven-de-grond kolderaab: [kolderaab] (Heel), koolraab: [koolraab] (Heel) Brassica oleracea L. var. gongylodes L. Zie de toelichting bij het lemma Koolraap (Ondergronds). Koolrabi wordt als groente gekweekt. Het komt vaak voor dat de koolraap-boven-de-grond dezelfde naam draagt als de koolraap-onder-de-grond van het vorige lemma. Deze gevallen staan steeds voorop; voor de fonetische documentatie ervan zij verwezen naar de betreffende heteroniem uit het genoemde lemma Koolraap. Voor de spelling (-)raab, zie de toelichting bij het lemma Koolraap. [N 12A, 3b; monogr.; add. uit N 7, 16] I-5
kooplustig loskopig: lòskuipig (Heel) graag kopend, kooplustig [greeg, koopachtig] [N 89 (1982)] III-3-1
kooppenning godspenning: gaodspènning (Heel) het geld dat de koper, of huurder contant ontvangt om de overeenkomst te bevestigen [huurpenning, godspenning, handpenning, worrel, weerder] [N 89 (1982)] III-3-1
koopwaar waar: gooj waar (Heel), wáár (Heel) die goederen die gekocht en verkocht kunnen worden [waar, koopwaar, spul, marchandise, kramerij, artikel] [N 89 (1982)] || waar (goede ~) [SGV (1914)] III-3-1
koor koor: koear (Heel) koor [SGV (1914)] III-3-3
koorbank koorbank: koeerbank (Heel) Een koorbank: bank in het koorgestoelte. [N 96A (1989)] III-3-3
koorhemd superplie: superplie (Heel), superpliej (Heel) Het korte witte kleed dat de priester over zijn toog draagt [rochet, superplie, koorhemd?]. [N 96B (1989)] III-3-3
koorkap koorkap: koeerkap (Heel), koormantel: koeermantjel (Heel) De koorkap [koeërmangtel?]. [N 96B (1989)] III-3-3
koorts koorts: kors (Heel) koorts [SGV (1914)] III-1-2
koorzanger koorzanger: koeerzenger (Heel), zanger: zenger (Heel) Een koorzanger, lid van het zangkoor [zenger, koeërzenger?]. [N 96B (1989)] III-3-3