e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
leren, studeren studeren: studeere (Heel) studeeren [SGV (1914)] III-3-1
letterzetten letters zetten: lɛtǝrs ˲zętǝ (Heel) Letters en cijfers schilderen. [N 67, 82b] II-9
letterzetter letterzetter: lɛtǝrzętǝr (Heel) Penseel waarvan de haarbundel spits toeloopt. Het wordt gebruikt bij het schilderen van naamborden, opschriften etc. [N 67, 42b] II-9
leugen leugen: lueəgə (Heel) een bewust uitgesproken onwaarheid [foet, lieg, leugen] [N 85 (1981)] III-3-1
leunknop van de booromslag boorknop: būǝrknup (Heel) De platronde bol aan de bovenzijde van de booromslagwaarmee men tijdens het boren met de hand of met de borst druk uitoefent op het boorijzer. Zie ook afb. 81. [N 53, 161e; monogr.] II-12
leunspaan leunspaan: lø̄nšpān (Heel) De verschuifbare, metalen dwarsbalk waar de draaier met de beitel op leunt wanneer hij deze op het draaiende hout zet. [N 47, 6; N 53, 228b] II-12
leunstoel leunenstoel: lø͂ͅnəstōl (Heel) leuningstoel [SGV (1914)] III-2-1
levend vlees onder de huid leven, het -: t laeve (Heel) levend vlees onder de huid [t leeve] [N 10 (1961)] III-1-1
lever lever: laever (Heel) lever [leevert, lijver, livvere] [N 10 (1961)] III-1-1
leverworst leverworst: lāēvərwórst (Heel), lèverwóst (Heel) leverworst [N 06 (1960)] || leverworst; Hoe noemt U: Worst met lever als hoofdbestanddeel (lol, leverworst, leverpens) [N 80 (1980)] III-2-3