e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mattenklopper mattenklopper: matəkløͅpər (Heel, ... ) mattenklopper [DC 15 (1947)] III-2-1
matverf matverf: mat˲[verf] (Heel) Verf die na droging een mat oppervlak vertoont. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [N 67, 19f] II-9
mazelen mazelen: maazele (Heel), mazele (Heel, ... ) Hoe noemt men de besmettelijke kinderziekte waarbij de huid vele kleine rode vlekjes vertoont (Nederl. mazelen)? [DC 25 (1954)] || mazelen [SGV (1914)] III-1-2
medaillon medaille: mədáálie (Heel) rond, ovaal- of hartvormig sieraad waarin een portretje of iets dergelijks bewaard wordt [medaillon, mejonneke, boot, coulant] [N 86 (1981)] III-1-3
medaillon met lam gods agnus dei: agnus dei (Heel), anjus dei (Heel) Een hartvormig medaillon van was, waarop een lam met kruisvaan is afgebeeld. Dit medaillon werd gedragen [Agnus Dei, Lam Gods?]. [N 96B (1989)] III-3-3
mede mede: mee (Heel) mede (drank) [SGV (1914)] III-2-3
medelijden compassie: cómpasje (Heel), koompássie (Heel) een gevoel van smart over het leed van andere mensen [medelijden, kompassie, deernis, deer] [N 85 (1981)] || medelijden III-1-4
meditatie meditatie (<fr.): meedietaasie (Heel) Een meditatie, geestelijke overweging. [N 96B (1989)] III-3-3
meelbak meelbak: meelbak (Heel) De houten bak onderaan de meelpijp waaraan de te vullen meelzak wordt bevestigd. Zie ook afb. 83 en 84. Het woorddeel ømeelŋ- is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛmeelɛ.' [N O, 24c; A 42A, 41; Sche 56; Vds 164; Jan 168; Coe 153; Grof 182; N D, 23; monogr.; A 42A, 40; N O, 24a; N D, 33] II-3
meerderjarig mondig: munjig (Heel, ... ) meerderjarig; de leeftijd bereikt hebbend dat men in rechten zelfstandig kan optreden [meerderjarig, mondig] [N 86 (1981)] || mondig [SGV (1914)] III-2-2