19229 |
persoon met een lastig karakter |
hypocrieter:
Vraag 383 is dubbel (dus 2 x 97 moet nog worden opgesplitst in twee lemmata: "persoon met een lastig karakter"; "een niet gemakkelijk, lastig karakter hebbend
nīēpəkrīētər (L328p Heel),
lastige patroon:
lestige petroeën (L328p Heel)
|
een lastig moeilijk karakter hebbend [niepoter, nietprut, kummelij] [N 85 (1981)] || een lastige man
III-1-4
|
33566 |
perzik |
pche (fr.):
pees (L328p Heel),
-
pees (L328p Heel)
|
perzik [SGV (1914)]
I-7
|
19139 |
pesterij |
temptatie:
tèmptáásie (L328p Heel)
|
het kwellen [plaag, temptatie] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18281 |
pet: algemeen |
muts:
muts (L328p Heel, ...
L328p Heel),
möts (L328p Heel)
|
Hoe noemt men de pet, die bij het werk gedragen wordt? Welken vorm heeft deze? Indien geen pet, maar een muts door de mannen wordt gedragen, hoe noemt men deze dan? Welken vorm heeft ze? [DC 09 (1940)] || pet [SGV (1914)]
III-1-3
|
20410 |
petekind |
petekind:
paetekindj (L328p Heel, ...
L328p Heel)
|
een petekind [patekink] [N 96D (1989)]
III-2-2
|
22527 |
petoeten, zwikken (kaartspel) |
zwikken:
zjwikke (L328p Heel)
|
Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)]
III-3-2
|
24927 |
petroleum |
ptrole (fr.):
pətráól (L328p Heel)
|
petroleum, minerale licht ontvlambare stof die vooral tot verlichting in lampen en als brandstof wordt gebruikt [petrol, peter-, stink-, bron-, brom-, gasolie] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
20662 |
peulvruchten afhalen |
bonen stropen:
boeane streupe (L328p Heel)
|
boonen afhalen [SGV (1914)]
III-2-3
|
20572 |
peuzelen |
peuzelen:
pēūzələ (L328p Heel)
|
peuzelen; Hoe noemt U: Langzaam en met smaak eten (pluizen, peuzelen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|