e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stinken stinken: sjtinkə (Heel) Stinken: een vieze reuk van zich geven (stinken, rieken, ruiken, muffen, dassen). [N 84 (1981)] III-1-1
stoel stoel: stōl (Heel) stoel [SGV (1914)] III-2-1
stoelen op het priesterkoor bidstoelen: baedsjteul (Heel), koorstoelen: koeersjteul (Heel) De stoelen op het priesterkoor [koeërsjteul?]. [N 96A (1989)] III-3-3
stoep stoep: stoep (Heel) stoep [SGV (1914)] III-3-1
stoep, trottoir stoep: stoep (Heel) stoep [SGV (1914)] III-2-1
stof stof: stoeëf (Heel), stof (Heel) stof [DC 23 (1953)], [SGV (1914)] III-2-1
stof afnemen stoffen: stoffe (Heel) stoffen (ww.) [SGV (1914)] III-2-1
stof, zandx stof: stof (Heel, ... ) stof [SGV (1914)] III-4-4
stofblik blik: bliek (Heel), blik (Heel, ... ), blik en handjvĕger (Heel), bliək (Heel), eine handjvaeger en ei blik (Heel), stofblik: stoeëfblik (Heel) blik (van stoffer en ~) [SGV (1914)] || Hoe noemt u het stoffer en blik samen? [N105 (2000)] || stofblik [DC 15 (1947)] || stoffer en blik samen [DC 15 (1947)] III-2-1
stofkwast stofkwast: štuǝfkwas (Heel) Handvegertje om het te schilderen oppervlak stofvrij te maken. [N 67, 43b] II-9