34374 |
tandjes knippen |
tandjes knippen:
tɛntjǝs knepǝ (L328p Heel)
|
De tanden van de pasgeboren biggen afknippen. [N 76, 42]
I-12
|
18068 |
tandpijn |
tandpijn:
tandjpien (L328p Heel, ...
L328p Heel)
|
kiespijn [DC 27 (1955)]
III-1-2
|
31830 |
tandschaaf |
kartelschaaf:
kartǝlšāf (L328p Heel)
|
Soort kleine blokschaaf met loodrecht geplaatste tandschaafbeitel die gebruikt wordt om een te lijmen oppervlak ruw te maken zodat de lijm beter kan hechten. Zie ook afb. 34 en de twee volgende lemmata. [N 53, 59a; N G, 39; monogr.]
II-12
|
31831 |
tandschaafbeitel |
kartelbeitel:
kartǝlbęjtǝl (L328p Heel)
|
De schaafbeitel van een tandschaaf die aan de onderzijde voorzien is van fijne tandjes. [N 53, 59b]
II-12
|
17622 |
tandvlees |
bildertjes:
bilderkes (L328p Heel),
tandvlees:
tandjvleis (L328p Heel)
|
Hoe noemt men het tandvlees? [DC 30 (1958)] || tandvlees [bibbletjes, bibbertjes] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
20357 |
tante |
tant:
tant (L328p Heel, ...
L328p Heel),
neen
tant (L328p Heel, ...
L328p Heel)
|
moei (tante) [SGV (1914)] || tante [SGV (1914)] || tante; Bestaan er verschillende woorden voor een tante van vaders- en van moederskant? [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
32329 |
tapgat |
tapgat:
tap˲gāt (L328p Heel)
|
Het gat in de bodem van een biervat waar men de tapkraan in slaat. Zie ook het lemma ɛaansteekgatɛ in wld II.2, pag. 44.' [N E, 48d; A 36, 3c]
II-12
|
32980 |
tarwe |
weit:
wɛi̯t (L328p Heel)
|
Triticum L. Sinds de invoering van betere bemestingmethodes groeit de tarwe ook in de Kempen. Het woordtype koren is als nevenvorm opgegeven in: K 316, 317, 318, 360, L 286, 292, 313, 360, 416, P 45, 119, 175, 192, Q 10, 39 en 97; evenwel alléén in de omzetting van de uitdrukkingen "rogge wordt hoger dan tarwe" of "de tarwe groeit welig" en het kan derhalve niet als een gangbare benaming van de plant worden beschouwd en is zodoende ook niet in het lemma opgenomen. Zie ook de toelichting bij het lemma ''graan, koren'' (1.2.1). Zie afbeelding 1, e.' [JG 1a, 1b; L A1, 82; L 7, 75; L 15, 24; L 28, 33; L 34, 55b; L 35, 61; L lijst graangewassen, 7; S 37; Wi 52; Gwn 9, 2; NE 1, 2; monogr.; add. uit N 15, 1a]
I-4
|
21871 |
taxeren |
schatten:
sjáttə (L328p Heel)
|
de waarde van een artikel schatten [taxeren, schatteren] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
23649 |
te communie gaan |
te communie (<lat.) gaan:
te kemuunie gaon (L328p Heel, ...
L328p Heel)
|
Tot de communie gaan, ter communie gaan, te communie gaan, communiceren onder de mis [kómmeletseere?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|