e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tuinhuisje zomerhuisje: zomerhuske (Heel) priëel [SGV (1914)] III-2-1
tuinkervel kervel: WLD  kirvəl (Heel) Tuinkervel; een één of tweejarig kruid, 30-60 cm hoog, met witte bloemen; de bladeren worden gebruikt in soep, sausen en salade (kervel, gervel, kelver, scharnpiep). [N 82 (1981)] I-7
tuinmuur lemen tuin: lęjmǝn tūn (Heel) Uit horizontale en verticale balken samengestelde wand die is opgevuld met vlechtwerk en vervolgens is afgesmeerd met leemspecie. In plaats van vlechtwerk kunnen ook bakstenen worden gebruikt. [S 42; N 4A, 53f; N F, 56b; N 31, 45a; monogr.; N 4A, 52f; N 4A, 52d] II-9
tulp tulp: tullep (Heel), tulpenbol: tulpebol (Heel) tulp III-2-1
turfmolm melm: męlm (Heel), molm: melm (Heel), turfmelm: tørfmęlm (Heel) [SGV (1914)]Afval van turf, losse rommel, boomaarde. In dit lemma zijn de opgaven van de enqu√™te S samengevoegd met de opgaven van de enqu√™tevraag I, 32. Men moet wel beseffen dat hierdoor verschillende soorten molm aangeduid kunnen worden. Maar in beide enqu√™tes werd duidelijk gevraagd naar de "turfmolm"; vandaar dat beide vragen hier verwerkt zijn. [I, 32; S 24] I-7, II-4
tweede luiden voor de mis met twee klokken luiden: met twiee klokke loeje (Heel), voor de tweede keer luiden: et leodj vaor de twieedje kieer (Heel) Het tweede luiden vóór de hoogmis [tezamen luiden, tsezame loeë]. [N 96A (1989)] III-3-3
ui, ajuin unj: oonj (Heel), mv: eunje  oonj (Heel), unje: eunje (Heel) [DC 13 (1945)] I-7
uier uier: ȳi̯ǝr (Heel, ... ) [JG, 1b; A 30, 6e; L 49, 6e; N 8, 39a en 39b]De melkklier van de koe zoals zij zich uitwendig vertoont onder aan de buik. Op de kaart is het woordtype uier niet opgenomen. [JG 1a, 1b; Gwn V, 7; L 8, 24a; L 14, 27a; RND 127; S 38; Wi 51; monogr.] I-11, I-9
uieren uieren: ȳi̯ǝrǝ (Heel) Een zwellende uier krijgen in de draagtijd, gezegd van de koe. [N 3A, 35; A 9, 16; monogr.] I-11
uierkwartier kwartier: kwartēr (Heel), kǝrtēr (Heel) Kwartier van de koeuier in het algemeen. [A 9, 12] I-11