19251 |
vergeetachtig |
vergeetachtig:
vərgèètèchtig (L328p Heel)
|
zwak van geheugen, niet goed kunnende onthouden [vergetelijk, vergeetachtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19597 |
vergiet |
doorslag:
doorslaag (L328p Heel, ...
L328p Heel)
|
Vergiet. Hoe noemt men de van gaten voorziene schotel (gemaakt van aardewerk, email of blik), die wordt gebruikt om b.v. gewassen groente te laten uitdruipen? [DC 14 (1946)]
III-2-1
|
18054 |
vergiftigen |
vergeven:
vərgèèvə (L328p Heel)
|
Vergiftigen: door vergif doden (vergeven, vergiftigen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21389 |
vergoeden |
vergoeden:
vergeuje (L328p Heel)
|
vergoeden [SGV (1914)]
III-3-1
|
30740 |
vergulden |
vergulden:
vǝrgøljǝ (L328p Heel)
|
Het bedekken van een oppervlak met een goudlaagje uit bladgoud of goudpoeder. [N 67, 81a]
II-9
|
30675 |
verguldkussen |
goudkussen:
gǫwtkø̜sǝ (L328p Heel)
|
Kussen dat men bij het vergulden gebruikt. Het bestaat doorgaans uit een rechthoekig plankje dat met kalfsleer is overtrokken en is opgevuld met paardehaar. Aan de achterzijde is een perkamenten kap aangebracht, die in opgevouwen toestand het kussen tegen vuilworden beschermt, en die, opgezet, verhindert, dat de blaadjes bladgoud, die op het kussen worden gesneden, wegwaaien. [N 67, 55b]
II-9
|
21412 |
verhaal |
verhaal:
verhoeal (L328p Heel),
vertelseltje:
vərtèlsəlkə (L328p Heel)
|
verhaal; aan wie heeft hij dat nieuwe - verteld [DC 03 (1934)]
III-3-1
|
20533 |
verhitten |
opwarmen:
opwérmə (L328p Heel)
|
verhitten; Hoe noemt U: Voedsel warm maken (loteren) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21726 |
verhoren |
verhoren:
vərhuuwərd (L328p Heel)
|
iemand ondervragen in een zaak voor de rechter [verhoren, overhoren, onderhoren] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
22507 |
verjaardag |
verjaardag:
verjoardaag (L328p Heel)
|
verjaardag [SGV (1914)]
III-3-2
|