e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verlopen van de zaag lopen: lǫwpǝ (Heel) Bij het zagen afwijken van de lijn die gevolgd moet worden. De zaag gaat afwijken als de tanden ervan niet goed gezet zijn. [N 50, 43b; N 53, 28a; N 75, 118b] II-12
vermengen mengen: mingə (Heel) in elkaar vermengen [warzen] [N 91 (1982)] III-4-4
vermoeden menen: meinə (Heel) het menen dat iets waarschijnlijk is, het veronderstellen dat iets zo is [vermoeden, bronsel] [N 85 (1981)] III-1-4
vermolmd hout verlegen hout: vǝrlē̜gǝ hǫwt (Heel) Hout dat tot molm is overgegaan. Vermolmd hout ontstaat onder meer door verdroging, verrotting, insekten, houtworm en ziektes. [N E , 5] II-12
vernielen vernielen: verneele (Heel) vernielen [SGV (1914)] III-4-4
vernis vernis: vęrnes (Heel) Bij kamertemperatuur vloeibare massa, die in dunne lagen over voorwerpen wordt gestreken en daarop een doorschijnende, tegen de invloed van lucht en water beschermende bedekking vormt. Vernis bestaat uit een oplossing van harsen in lijn- of terpentijnolie of andere oplosmiddelen. [N 67, 21a; monogr.] II-9
vernissen vernissen: vęrnesǝ (Heel) Met vernis bestrijken. Een dunne laag uitgestreken vernis droogt op tot een glanzende, doorschijnende laag. Vernis kan zowel gebruikt worden als bescherming voor onderliggende verflagen als ter verfraaiing. [N 67, 66b; monogr.] II-9
verpachte banken gepachte plaatsen: gepechdje plaatse (Heel), verpachte banken: verpechdje benk (Heel) De kerkbanken waarvan de plaatsen aan parochianen verpacht werden. [N 96A (1989)] III-3-3
verplichte feestdag geboden feestdag: geboeëje fieësdaag (Heel), verplichte zondag: verplichdje zondaag (Heel) Een geboden, verplichte feestdag [festerandach]. [N 96C (1989)] III-3-3
verplichting verplichting: verplichting (Heel) het verplicht zijn [moetert, verplichting] [N 85 (1981)] III-1-4