32010 |
verstekbak |
verstekbakje:
vǝrštɛk˱bɛkskǝ (L328p Heel)
|
Gootvormig houten gereedschap met schuine zaagsneden in de twee opstaande kanten, dat dient om het daarin geplaatste werkstuk in verstek te zagen. Als zaag wordt daarbij meestal een kapzaag gebruikt. Zie ook afb. 117. [N 53, 214a; monogr.]
II-12
|
29941 |
verstekhaak |
verstekhaak:
vǝrštē̜khǭk (L328p Heel)
|
Een winkelhaak waarvan de benen onderling een hoek van 450 vormen. De verstekhaak wordt gebruikt om versteklijnen af te tekenen en om te controleren op haaksheid. Zie ook afb. 104 en het lemma ɛverstekhaakɛ in Wld II.9, pag. 10-11 en Wld II.11, pag. 57.' [N 53, 188; N E, 18a; monogr.]
II-12
|
32060 |
verstekken |
verstek zagen:
vǝrštɛk ˲zē̜gǝ (L328p Heel)
|
Het werkstuk in verstek brengen. [N 53, 203b]
II-12
|
31757 |
verstekzaagmachine |
lijstenzeeg:
līstǝzē̜x (L328p Heel),
verstekzeeg:
vǝrštɛk˲zē̜x (L328p Heel)
|
Zaag die gemonteerd is in een ijzeren constructie met geleiders en in verschillende hoekstanden geplaatst kan worden. De verstekzaagmachine wordt gebruikt om verstekken te zagen. Zie ook afb. 16. [N 53, 12; monogr.]
II-12
|
31927 |
verstelbare centerboor |
verstelboor:
vǝrštęlbūǝr (L328p Heel)
|
Een boorijzer met een verstelbaar mesje waardoor geboord kan worden met diverse diameters zonder dat de boor verwisseld hoeft te worden. Zie ook afb. 75. [N 53, 172]
II-12
|
29112 |
verstellen |
stukkeren:
stø̜kǝrǝ (L328p Heel)
|
Een lap op de scheur in het kledingstuk naaien of het verstellen of oplappen. [N 62, 43a; N 62, 21b; Gi 1.IV, 50; S 36; MW]
II-7
|
22349 |
verstoppertje spelen |
bergmannetje spelen:
bergmenke speele (L328p Heel),
verstoppertje spelen:
vərsjtøͅpərkə sjpēlə (L328p Heel)
|
Het spel waarbij alle personen zich verstoppen, behalve één die alle anderen moet zoeken; bij het doel (bijv. een boom) kunnen de verstopten zich afmelden (op dit spel bestaan vele varianten, misschien kunt u die ook vermelden: de naam en hoe het gespeeld [N 88 (1982)] || schuilevinkje spelen [SGV (1914)]
III-3-2
|
18140 |
verstuiken |
verstuiken:
verstøke (L328p Heel),
verstøktj (L328p Heel)
|
verstuiken [SGV (1914)] || verstuikt [SGV (1914)]
III-1-2
|
19304 |
vertrouwen |
vertrouwen:
vərtroewə (L328p Heel, ...
L328p Heel)
|
iemand of iets betrouwbaar achten [vertrouwen, trouwen] [N 85 (1981)]
III-1-4, III-3-1
|
21737 |
vervanger |
vervanger:
vərvèngər (L328p Heel)
|
iemand die in dienst gaat in plaats van een ander [remplaçant] [N 90 (1982)]
III-3-1
|