22154 |
vleugel |
vleugel:
vleugəl (L328p Heel)
|
vleugel: elk der beide lichaamsdelen van vogels die hun tot vliegen dienen (wiek, zwing, vlerk, vleugel) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
33986 |
vliegennet |
vliegengaren:
vlēgǝgārǝ (L328p Heel)
|
Fijnmazig net dat over een ingespannen paard wordt gehangen om het tegen vliegen te beschermen. [JG 1a, 1b, 2a, 2b; N 13, 82a]
I-10
|
19452 |
vliegenraam, hor |
gaas:
gaas (L328p Heel),
hort:
Zo noemt men het ook!
hoort (L328p Heel),
hortje:
häörtje (L328p Heel),
vliegengaas:
vleegegaas (L328p Heel),
vlegegaas (L328p Heel)
|
Hoe noemt u een scherm van groene metaaldraad in open ramen om vliegen buiten te houden? (vliegenraam, hor) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
22375 |
vlieger |
vlieger:
vlieger (L328p Heel),
windvogel:
wintjvoogel (L328p Heel)
|
Het speelgoed bestaande uit een licht gestel, met papier bespannen, dat aan een lang touw in de lucht opgelaten wordt [vlieger, boog, draak, beugel, vliegaard, vliegerd]. [N 88 (1982)] || vlieger (speeltuig) [SGV (1914)]
III-3-2
|
21192 |
vliegtuig |
vliegmachine:
vleegməsjīēn (L328p Heel)
|
het toestel waarmee men kan vliegen [vliegtuig, vliegmachine, vlieger] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21193 |
vliegveld |
vliegveld:
vleegvèldj (L328p Heel)
|
het grote, effen terrein met verharde banen van waaraf vliegtuigen kunnen opstijgen en waar zij weer kunnen landen [vliegveld, vliegplein] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24499 |
vlier |
vlier:
-
fleer (L328p Heel),
vlierenstruik:
-
flerestroek (L328p Heel)
|
vlierboom (sambucus nigra L.) [DC 13 (1945)]
III-4-3
|
24505 |
vlierbes |
vlierbeer:
-
fleerebie:re (L328p Heel),
vlierenbeer:
-
flerebieere (L328p Heel)
|
vrucht van de vlierboom (sambucus nigra L.) [DC 13 (1945)]
III-4-3
|
33598 |
vlies in een vrucht |
keets:
WLD
kits (L328p Heel)
|
Het vliesje tussen vruchtvlees en pit bij een appel (blees, vlim). [N 82 (1981)]
I-7
|
24392 |
vlinder |
kapel:
kapelle (L328p Heel),
roevogel:
roevogel (L328p Heel, ...
L328p Heel,
L328p Heel,
L328p Heel),
uil:
vgl nachtvlinder
nul (L328p Heel)
|
vlinder [GV Gr (1935)], [SGV (1914)], [ZND 18G (1935)] || vlinder, algemeen [DC 18 (1950)]
III-4-2
|