e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
waterproof-schuurpapier waterproof-schuurpapier: wātǝrprōf-šūrpǝpēr (Heel) Zeer fijn schuurpapier dat vóór gebruik met water wordt bevochtigd. Het werken met waterproof-schuurpapier geeft een zeer glad resultaat. [N 67, 60b] II-9
waterput put: pøͅt (Heel, ... ), sprong: sprøŋk (Heel), waterput: wātərpøͅt (Heel) [DC 21 (1952)] [DC 21 (1952)] [N 12 (1961)] [SGV (1914)] I-7
watervast waterbestendig: wātǝrbǝštɛnex (Heel) Gezegd van verf die tegen langdurige inwerking van water bestand is. [N 67, 75b] II-9
waterverf waterverf: wātǝr[verf] (Heel) Verf, die door middel van water in vloeibare toestand wordt gebracht, waardoor zij uitstrijkbaar wordt. 'Latex' is een fabrieksverf met als bindmiddel latex. De verf is met water verdunbaar. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [N 67, 23a; monogr.] II-9
waterzucht water: waatər (Heel) Waterzucht: ziekelijke ophoping van vocht in het onderhuidse weefsel en in de lichaamsholten (zucht, het water). [N 84 (1981)] III-1-2
wecken wecken: wèkkə (Heel) wecken; Hoe noemt U: Steriliseren van levensmiddelen in luchtdicht afgesloten flessen (wecken, inmaken) [N 80 (1980)] III-2-3
weduwe weef: minachtend  weef (Heel), widvrouw: widvrouw (Heel, ... ), witvrouw (Heel) weduwe [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] III-2-2
weduwnaar widman: widman (Heel), widmanne (Heel, ... ), witman (Heel) weduwnaar [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] III-2-2
weefsel, stof stof: stoeaf (Heel) stof (étoffe) [SGV (1914)] III-1-3
week in de muil week in de muil: węi̯k en ǝ mul (Heel) Gevoelig in de mond voor de druk van het gebit, vooral bij jonge paarden. [JG 1a; N 8, 64f] I-9