30686 |
waterproof-schuurpapier |
waterproof-schuurpapier:
wātǝrprōf-šūrpǝpēr (L328p Heel)
|
Zeer fijn schuurpapier dat vóór gebruik met water wordt bevochtigd. Het werken met waterproof-schuurpapier geeft een zeer glad resultaat. [N 67, 60b]
II-9
|
33631 |
waterput |
put:
pøͅt (L328p Heel, ...
L328p Heel,
L328p Heel),
sprong:
sprøŋk (L328p Heel),
waterput:
wātərpøͅt (L328p Heel)
|
[DC 21 (1952)] [DC 21 (1952)] [N 12 (1961)] [SGV (1914)]
I-7
|
30731 |
watervast |
waterbestendig:
wātǝrbǝštɛnex (L328p Heel)
|
Gezegd van verf die tegen langdurige inwerking van water bestand is. [N 67, 75b]
II-9
|
30613 |
waterverf |
waterverf:
wātǝr[verf] (L328p Heel)
|
Verf, die door middel van water in vloeibare toestand wordt gebracht, waardoor zij uitstrijkbaar wordt. 'Latex' is een fabrieksverf met als bindmiddel latex. De verf is met water verdunbaar. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [N 67, 23a; monogr.]
II-9
|
18123 |
waterzucht |
water:
waatər (L328p Heel)
|
Waterzucht: ziekelijke ophoping van vocht in het onderhuidse weefsel en in de lichaamsholten (zucht, het water). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20542 |
wecken |
wecken:
wèkkə (L328p Heel)
|
wecken; Hoe noemt U: Steriliseren van levensmiddelen in luchtdicht afgesloten flessen (wecken, inmaken) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20435 |
weduwe |
weef:
minachtend
weef (L328p Heel),
widvrouw:
widvrouw (L328p Heel, ...
L328p Heel),
witvrouw (L328p Heel)
|
weduwe [DC 05 (1937)], [SGV (1914)]
III-2-2
|
20451 |
weduwnaar |
widman:
widman (L328p Heel),
widmanne (L328p Heel, ...
L328p Heel),
witman (L328p Heel)
|
weduwnaar [DC 05 (1937)], [SGV (1914)]
III-2-2
|
18275 |
weefsel, stof |
stof:
stoeaf (L328p Heel)
|
stof (étoffe) [SGV (1914)]
III-1-3
|
33821 |
week in de muil |
week in de muil:
węi̯k en ǝ mul (L328p Heel)
|
Gevoelig in de mond voor de druk van het gebit, vooral bij jonge paarden. [JG 1a; N 8, 64f]
I-9
|