e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heel

Overzicht

Gevonden: 4616
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bomijs krikkelijs: krikkəlīēs (Heel) slecht dragend ijs [papieren zolder] [N 81 (1980)] III-4-4
bonenkruid bonenkruidje: WLD  boeənəkruudjə (Heel, ... ) Bonenkruid, het geurige kruid dat bij de tuinbonen of andere peulvruchten gevoegd wordt (keule, keul, kuil, kruid, heume, bonenkruid, kuun, keune). [N 82 (1981)] I-7, III-2-3
bonnet bonnet (<oudfr.): bonnet (Heel, ... ) De bonnet van de priester. [N 96B (1989)] III-3-3
bonte kraai grijze kraan: gries kraon (Heel), gries kròòn (Heel), maaskraan: maaskraon (Heel), zaadkraan: zaotkraon (Heel) Hoe heet de bonte kraai? [DC 06 (1938)] || kraai, bonte — III-4-1
bonzen bonken: bŏŏnkə (Heel) hevig kloppen bijv. met de vuist op een deur [grollen, bonzen, dokkeren] [N 91 (1982)] III-4-4
boogschaaf met bolle zool bootje: bȳǝtjǝ (Heel), wrongschaaf: vrǫŋšāf (Heel) Een blokschaaf waarvan de zool in de lengte gebogen is en die dient om iets holrond uit te schaven. Zie ook afb. 37. De boogschaaf met bolle zool wordt door verschillende houtbewerkers gebruikt. De kuiper werkt er bijvoorbeeld de holle binnenkant en binnenrand van vaten mee af en de wagenmaker schaaft er de holle binnenkant van velgsegmenten mee. Het eerste lid in de woordtypen velgerschaaf (Q 119) en vellingschaaf (Q 111) verwijst daar naar. [N 53, 80a; N G, 36a; N E, 35] II-12
boogschuttersgilde doel: doel (Heel) Een vereniging, een gilde van boogschutters [doel, doelmaatschappij, handboogmaatschappij]. [N 88 (1982)] III-3-2
boom (alg.) boom: boum (Heel), buim (mv.): buim (Heel) boom [SGV (1914)] || boomen (mv.) [SGV (1914)] III-4-3
boomgaard bongerd: boŋərt (Heel) I-7
boomkruin kruin: WLD  kroeən (Heel) De bladdragende takmassa (kroon, kapruin, kruin). [N 82 (1981)] III-4-3