e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heel

Overzicht

Gevonden: 4616
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de maat bepalen meten: mē̜tǝ (Heel) In het algemeen de maat van een voorwerp bepalen. [N 53, 198] II-12
de mei vieren de mei verteren: de meij vertieere (Heel), meien: de meije (Heel) De tak, struik of vlag die geplaatst wordt op huizen in aanbouw. [N 88 (1982)] || De tractatie bij het plaatsen van die tak of vlag. [N 88 (1982)] III-3-2
de merrie dekken dekken: dɛkǝ (Heel) Zie afbeelding 11. [JG 1a, 1b; N 8, 43a en 43b] I-9
de merrie is niet drachtig gust: gøst (Heel) [N 8, 48 en 49] I-9
de middag luiden middag luiden: het loedj middig (Heel) Het angelus luiden rond het middaguur [het luidt......?]. [N 96A (1989)] III-3-3
de mis dienen de mis dienen: mes deene (Heel, ... ) De mis dienen [diene, de mès deene?]. [N 96B (1989)] III-3-3
de mis doen de mis opdragen: de mes opdrage (Heel), mis doen: mes doon (Heel) De mis doen, opdragen. [N 96B (1989)] III-3-3
de mis plechtig doen (de plechtige mis doen) een plechtige mis opdragen: plechtige mes opdrage (Heel), plechtige mis doen: plechtige mes doon (Heel) De mis plechtig opdragen, celebreren. [N 96B (1989)] III-3-3
de missie preken missie (<fr.) preken: missie praeke (Heel, ... ) De missie preken. [N 96B (1989)] III-3-3
de morgen luiden de morgensklok luiden: møͅrgəskloͅk (Heel) Het angelus luiden in de ochtend [de morgenklok?] [het luidt......?]. [N 96A (1989)] III-3-3