19639 |
de tafel afruimen |
afdekken:
aafdèkke (L328p Heel),
afruimen:
aafruume (L328p Heel),
de tafel afdoen:
de taofel aafdoon (L328p Heel)
|
Wat is bij u de uitdrukking voor \'de tafel afruimen\'? (afvegen, afkuisen) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
19859 |
de tafel dekken |
dekken:
dékkə (L328p Heel)
|
tafel dekken; Hoe noemt U: De tafel dekken (rechten dekken) [N 80 (1980)]
III-2-1
|
24036 |
de toog aankrijgen |
gekleed worden:
gekledj waere (L328p Heel),
gekleidj waere (L328p Heel)
|
De toog/het habijt aankrijgen, gekleed worden. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
19640 |
de was blauwen |
(de) was blauwen:
de was blauwe (L328p Heel),
blauwselen:
blauwsele (L328p Heel),
blejtsele (L328p Heel),
blouwselen (L328p Heel)
|
blauwen [de wasch ~ ] [SGV (1914)] || Wat is bij u de uitdrukking voor \'de was blauwen\'? (blauwen, blauwselen) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
19681 |
de was bleken |
bleken:
bleike (L328p Heel, ...
L328p Heel)
|
het bleken van wasgoed in de zon op een grasveld [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
19785 |
de was invochten |
invochten:
invochten (L328p Heel),
sprinkelen:
sprinkele (L328p Heel)
|
het vochtig maken van strijkgoed [DC 28 (1956)]
III-2-1
|
19437 |
de was spoelen |
spoelen:
speule (L328p Heel)
|
spoelen [SGV (1914)]
III-2-1
|
19643 |
de was stijfselen |
stijven:
sjtieve (L328p Heel, ...
L328p Heel),
sjtieven (L328p Heel)
|
Wat is bij u de uitdrukking voor \'het linnen stijven\'? (stijven, stijselen) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
31768 |
de zaag ontspannen |
spanning vanaf halen:
španeŋ vanāf hūǝlǝ (L328p Heel)
|
Het zaagblad van de spanzaag op lagere spanning brengen door het spantouw met behulp van het spanlatje losser te draaien. [N 53, 32b]
II-12
|
31767 |
de zaag spannen |
spanning op de zeeg brengen:
španeŋ ǫp˱ dǝ zē̜x˱ breŋǝ (L328p Heel)
|
Het zaagblad van de spanzaag op grotere spanning brengen door het spantouw met behulp van het spanlatje aan te draaien. [N 53, 32a; N I, 1b add.; monogr.]
II-12
|