e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heel

Overzicht

Gevonden: 4616
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
diaken rector (lat.): rector (Heel) Een geestelijke die een gebied heeft, maar niet mag dopen, begraven of trouwen. [N 96D (1989)] III-3-3
diarree diarree: diarree (Heel), dunne, de -: dunnə (Heel) Diarree, buikloop (dunne, pruts). [N 84 (1981)] || Te dunne ontlasting, buikloop. [N 76, 51a; N 76, 51b] I-12, III-1-2
dichtingsmateriaal schapenvet: schapenvet (Heel), stopverf: stǫp˲vɛrǝf (Heel) De verschillende materialen die naast biezen en lissen worden gebruikt om kieren en naden in vaten en kuipen dicht te maken. Diverse respondenten maken melding van een papje dat van meel werd gemaakt en na droging hard werd. [N E, 54a; N E, 55] II-12
dichtstoppen stoppen: štǫpǝ (Heel) Naden, gaten en spijkergaten opvullen met stopsel, stopsteen, stopwas of met stopverf. [N 53, 235a] II-12
dief dief: deef (Heel, ... ) dief [DC 11 (1942)], [SGV (1914)] III-3-1
dienblad dienblad: dēnblāt (Heel) dienblad [DC 27 (1955)] III-2-1
dienst dienst: deenst (Heel) dienst [SGV (1914)] III-1-4
dienst van goede vrijdag goede-vrijdagdienst: gooje vriedaagdeenst (Heel) De "houten mis", de Goede Vrijdagdienst [hultsere Maes]. [N 96C (1989)] III-3-3
dienstplicht moeten doen opmoeten: òp mŏŏtə (Heel) zijn militaire dienst vervullen [opmoeten, binnenmoeten] [N 90 (1982)] III-3-1
dier, beest dier: deer (Heel) dier [SGV (1914)] III-4-2