e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heel

Overzicht

Gevonden: 4616
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een miskraam krijgen een misval krijgen: eine misvál krīēgə (Heel) miskraam, Een ~ krijgen (opslagen, omslaan). [N 84 (1981)] III-2-2
een paard beslaan beslaan: bǝšlǭ.̜n (Heel) Een paard van hoefijzers voorzien. Tijdens het beslaan wordt het paard in de hoefstal van de smidse geplaatst. De hoefsmid verwijdert eerst met behulp van de hoefhamer en de hoeftang het oude hoefijzer. Vervolgens bewerkt hij de hoef door middel van het hoefmes en de hoefrasp. Het nieuwe hoefijzer wordt gewoonlijk warm gepast. Daarvoor wordt het gelijkmatig donkerrood verhit en enige ogenblikken tegen de besneden hoef gehouden. Het ijzer moet overal dicht tegen de hoef passen; aan onverbrande plaatsen onder de hoef kan de smid zien dat deze nog met de hoefrasp moet worden bijgewerkt. Het ijzer wordt met hoefnagels aan de hoef bevestigd. De nagels worden daartoe eerst met behulp van de beslaghamer door de hoef geslagen. Dan worden de uitstekende uiteinden van de hoefnagels met de hoeftang tot op 3 mm afgeknepen. Het gedeelte van de hoefnagel dat nog uitsteekt, wordt vervolgens omgeslagen in een uitholling van de hoef die door middel van de onderkapper is gemaakt. Tot slot wordt de hoef soms nog met de hoefrasp bijgewerkt. [JG 1a; JG 1b; N 100, 17; monogr.] II-11
een profiel beginnen te schaven inzetten: enzętǝ (Heel) Met behulp van de profielschaaf een profiel beginnen te schaven. Het object bij de volgende woordtypen is steeds de plaatselijke variant van het profiel. Zie ook het lemma ɛprofielɛ.' [N 53, 100a-c] II-12
een profiel schaven een profiel schaven: ęjn profil šāvǝ (Heel) Een profiellijst schaven met behulp van een profielschaaf. [N 53, 99] II-12
een profiel ten einde schaven uitlopen: ūtlǫwpǝ (Heel) Een profiel met behulp van de profielschaaf ten einde schaven. [N 53, 101] II-12
een rozenhoedje bidden rozenkrans beden: roeezekrans baeje (Heel, ... ) Een Rozenhoedje bidden [de roozekrans bèèje, ziech der roeëzekrans beëne?]. [N 96B (1989)] III-3-3
een ruit plaatsen (de/een) ruit inzetten: rūt˱ enzętǝ (Heel) Een ruit in de sponning plaatsen en met behulp van kleine spijkertjes, glaspennen en stopverf vastzetten. [N 67, 90c; monogr.] II-9
een schraapstaal aanzetten opzetten: ǫp˲zętǝ (Heel) De snijkant van het schraapstaal met behulp van het aanzetstaal scherp maken. Bij het aanzetten wordt de snijkant eerst recht gemaakt en vervolgens van een braam voorzien. [N 53, 157] II-12
een schroef in het hout slaan op zijn engels draaien: ǫp ˲zin ɛŋǝls, eŋǝls drɛjǝ (Heel), op zijn engels schroeven: ǫp ˲zin ɛŋǝls, eŋǝls šruvǝ (Heel) Een schroef met een hamer in het hout slaan, in plaats van ze te schroeven. Op deze wijze bevestigde schroeven zitten uiteraard niet goed vast. Een in het hout geslagen schroef werd in Herten (L 330) een amerikaanse schroef (amerikānsǝ šruf) genoemd. [N 53, 153c] II-12
een sloot uitdiepen vegen: vē̜gǝ (Heel) Het uitdiepen of het op diepte houden van een sloot met behulp van een schop, hak, riek, krabber en een zeis. [A 10, 21; N 18, add.; monogr.] I-8