e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schaften ungeren: ŭngere (Heer) schaften [SGV (1914)] III-3-1
schafttijd ungeren: øͅŋərə (Heer), Opm. van 12-2 s zomers, 1 mei - 1 september; m.  ŭngere (Heer) schafttijd [RND], [SGV (1914)] III-3-1
schande schande: ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.  schan (Heer) schande [SGV (1914)] III-3-3
schede schede: schei (Heer), ei kort  sjei (Heer) schede, lederen ~ waarin een mes wordt bewaard [N 20 (zj)] || scheede [SGV (1914)] III-2-1
scheen scheen: schên (Heer), ṣên (Heer) scheen [SGV (1914)] || scheen - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)] III-1-1
scheienkruiwagen ladderkruikar: lø̜dǝrkrøi̯kɛr (Heer) De scheienkruiwagen is volgens Theuwissen (1969), pag. 71 een typisch Limburgs kruiwagentype. "Het bodemvlak bestaat uit een aantal dwarslatten, meestal zes, zonder bedekking met planken. Het hoofdbord heeft vijf of zes scheien tussen de bovenrand en de achterste dwarslat van de bodem; ook het hoofdbord heeft geen planken bedekking." Men treft dit type aan in het noorden van Belgisch Limburg en het Maasland. [N G, 51 + 52f; N 18, 97a-b; L 16, 19b; A 42, 15; monogr.] I-13
schelden, schimpen schampen: ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.  schampe (Heer), schelden: schĕlle (Heer) schelden [SGV (1914)] || schimpen [SGV (1914)] III-1-4
schemeren schemeren: zelfde gebruik als schemering in t ABN.  schemeren (Heer) schemeren; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 22 (1963)] III-4-4
schemering, valavond schemer: schŭmmer (Heer), sjēēmər (Heer) schemering [SGV (1914)] || schemering, de overgang van licht naar donker [grouwe, griebelegrouwe] [N 22 (1963)] III-4-4
schenkel schenkel: schinkel (Heer) schenkel [SGV (1914)] III-2-3