e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schimmel (plantje) schimmel: M  schŭmmel (Heer) schimmel (plant) [SGV (1914)] III-4-3
schip schip: scheep (Heer), šiəp (Heer) schip [RND], [SGV (1914)] III-3-1
schipper schipper: šipər (Heer) schipper [RND] III-3-1
schoen: algemeen schoen: schoon (Heer) schoen [SGV (1914)] III-1-3
schoenen (mv.) schoenen (mv.): schoon (Heer), hoeg scheun lage; molières  scheun (Heer) Hoe noemt men de schoenen? Maakt men verschil tusschen hooge en lage schoenen? [DC 09 (1940)] || schoenen (mv.) [SGV (1914)] III-1-3
schoffel schoffel: šofǝl (Heer) Gereedschap om onkruid af te snijden en om de grond los te maken. Het bestaat uit een soort mes dat met behulp van een lange steel door de grond geschoven wordt. [N 18, 18a en 48; JG 1a, 1b; A 47, 11a; monogr.; add. uit N 15, 6; N 18, 4 en 50; GV, K7] I-5
schoffelen, wieden met de schoffel schoffelen: šofǝlǝ(n) (Heer) Met een schoffel de bovengrond tussen de plant(rijen) van een gewas zodanig bewerken dat de korstige bovenlaag verkruimeld en het onkruid afgestoken wordt. Het woord schoffelen kan niet alleen in absolute zin gebruikt worden, maar laat zich ook verbinden met een object. Dat kan de te bewerken grond zijn (akker, tuin, enz.) maar ook het te verzorgen gewas dat op die grond staat (bijv. de bieten), en ook het onkruid. [N 15, 6; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit A 47, 11a] I-5
schokschouderen de schouders optrekken: de schouwere ŏptrèkke (Heer) schokschouderen [SGV (1914)] III-1-2
schol schol: Endepols  sjol (Heer) Hoe noemt u de schol: een platvis die tot 70cm lang kan worden. Hij heeft een rij benige uitsteeksels tussen het oog en de nabije borstvin. Op het lichaam komen mooie oranje vlekken op een grijsbruine ondergrond voor (plaat, pladijs, schol, schar) [N 83 (1981)] III-2-3
schommel schokkel: /  sjoggel (Heer), Opm. Ned. k.  schŏkkel (Heer) schommel [SGV (1914)], [SND (2006)] III-3-2