e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
snuit snoet: Endepols  snoet (Heer), snoets: schnōēts (Heer), snuits: schnōēts (Heer) Hoe noemt u het vooruitstekende deel van het aangezicht van dieren (snuit, snoefel) [N 83 (1981)] || Snuit [SGV (1914)] III-1-1, III-4-2
soep sop: sŏp (Heer) soep [SGV (1914)] III-2-3
soepterrine soepkomp: sopkoomp (Heer) soepterrine [N 20 (zj)] III-2-1
sok sok: suk (Heer) Hoe noemt men de sok (de halflange beenbedekking van den mensch)? [DC 09 (1940)] III-1-3
soldaat soldaat: səldo:t (Heer) soldaat [RND] III-3-1
soldaten soldaten: səldo.tə (Heer) soldaten [RND] III-3-1
spaak speek: špęi̯k (Heer) Elk van de houten staven die de verbinding vormen tussen de velg van het wiel en de naaf. Afhankelijk van de omtrek van het wiel zijn er tien tot zestien spaken. Er zijn twee soorten spaken: ronde en platte. Voor zover ze specifieke benamingen krijgen, worden ze behandeld onder A resp. B. [N 17, 61a-b + 62a-b; N 18, 99; N G, 44a; JG 1a; JG 1b; JG 2b; S 34; A 4, 20b; L 20, 20b; L 7, 13; monogr.] I-13
spanne spanne: (= span: afstand tussen duim en pink v.e. uitgespreide hand).  schpan (Heer) benamingen in het knikkerspel [SGV (1914)] III-3-2
spannen spannen: schpānne (Heer) spannen [SGV (1914)] III-1-2
spanzaag spanzeeg: španzē̜x (Heer) Handzaag, bestaande uit een houten raam waarin het zaagblad kan worden opgespannen. Zie ook afb. 18. Er bestaan diverse uitvoeringen van dit werktuig die voor verschillende werkzaamheden worden gebruikt. Zie ook de lemmata ɛschulpzaagɛ, ɛpenzaagɛ en ɛdraaizaag, keerzaagɛ. De spanzaag bestaat uit een horizontale lat, de spanregel, waarbij aan de uiteinden twee verticale, beweegbare latten zijn bevestigd. Het zaagblad wordt aan de onderzijde van deze twee latten met behulp van twee knoppen vastgezet. Om het zaagblad te spannen wordt er rond de bovenzijde van de twee latten een touw gelegd, dat met behulp van een spanstokje wordt strakgedraaid. Als het touw, en dus ook het zaagblad, de vereiste spanning hebben, wordt het spanstokje achter de spanregel vastgezet. In het zaagblad van de kortzeeg (kǫrt˲zē̜x), die in Neeritter (L 321) door de wagenmaker werd gebruikt, ontbrak om de drie tanden één tand. Op deze wijze kon het zaagmeel tijdens het zagen beter uit de zaagsnede verwijderd worden.' [N 47, 13a-b; N 53, 1b; N 53, 6a; N 53, 8; N I, 1; N 18, 128 add.; monogr.] II-12