e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heer

Overzicht

Gevonden: 1801
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zand, zandgrond zand: zant (Heer) Zand is steenstof, een geologische formatie die uit losse, fijne korrels kwarts en glimmer bestaat. Zandgrond is de grondsoort die uit zand bestaat, en is lichte, niet zoʔn vruchtbare grond. Zavel bestaat voornamelijk uit zand met wat lichte klei. [N 27, 40; Wi 52; S 45; L 7, 61a; L 8, 103; N 11, 2f add.; N 18, add.; A 10, 4; Vld.; monogr.] I-8
zandbank zandplaat: zandplaat (Heer) zandbank, hoger gelegen deel van zand in een rivier of meer [bank, zandskel, zandbplaat, visplaat] [N 81 (1980)] III-4-4
zandkorrel, korreltje zand korreltje: körrelke (Heer) zandkorrel, korreltje zand [zandeke] [N 81 (1980)] III-4-4
zang, bussel gelezen aren gezomers: gǝzø̄mǝrs (Heer), zang: zaŋ (Heer) De bussel die de arenlezers bijeenbrengen. Vergelijk het lemma ''bussel geharkte aren'' (5.2.3). In het westen van de Kempen wordt opgemerkt dat dergelijke zangen vooral bij het lezen van hennep worden gemaakt. In het Noord-Truierlands worden de zangen niet gebonden, maar los verzameld. Godsschel, naar Jongeneel 1884, is een metafoor naar de vorm van de altaarbel. [N 15, 36; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] I-4
zanglijster, lijster lijster: liester (Heer) lijster [SGV (1914)] III-4-1
zaniken, zeuren zaniken: zaniken (Heer), zeuren: zeure (Heer) zaniken [SGV (1914)] || zeuren [SGV (1914)] III-3-1
zavel, lichte klei bezinksel: bezinksel (Heer) zand met klei, beekbezinking [zavel] [N 81 (1980)] III-4-4
zeef kolenzeef: kolezeef (Heer), zeef: zēēf (Heer) zeef [SGV (1914)] || zeef in het algemeen [N 20 (zj)] III-2-1
zeelt louw: Endepols  louw (Heer) Hoe noemt u de zeelt: het lichaam is gedrongen, een beetje zijdelings samengedrukt. De huid is dik en slijmerig met kleine verborgen schubben, de bek is klein met vlezige lippen en heeft voeldraad in iedere mondhoek. De rugvin is hoog en evenals andere vi [N 83 (1981)] III-4-2
zeemlap leren lap: lêre la͂p (Heer) zeem (leder) [SGV (1914)] III-2-1