e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heer

Overzicht

Gevonden: 1801
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
brouwer brouwer: brǫwǝr (Heer), brǭwǝr (Heer) De persoon die bier brouwt. In dit lemma is alle materiaal opgenomen dat betrekking heeft op brouwer in de algemene betekenis van "de persoon die bier brouwt." In het lemma ''brouwmeester'' daarentegen zijn alle opgaven bijeen geplaatst die als antwoord werden gegeven op de vragen N 57, 58a/b/c/d: "Hoe noemt u de persoon of personen, belast met a. beslag maken, b. filteren, c. koken, d. afkoelen." [S 5; RND 112; L 1a-m; L 1u, 26; monogr.] II-2
brug brug: brök (Heer), brək (Heer) brug [RND], [SGV (1914)] III-3-1
bruid bruid: brōēt (Heer) bruid [SGV (1914)] III-2-2
bruidegom bruidegom: brōēdegŏm (Heer) bruidegom [SGV (1914)] III-2-2
bruidje in de processie bruidje: bruutsje (Heer) Bruidje in de processie. [N 07 (1961)] III-3-3
bruiloft bruiloft: brōēlŏf (Heer) bruiloft [SGV (1914)] III-2-2
bui, regenbui bui: bui (Heer), regenbui: rêngebui (Heer), schoer: sjoor (Heer) bui [SGV (1914)] || regenbui [SGV (1914)] || regenbui, korte periode van regen [frontbui, gurze, schoer] [N 81 (1980)] III-4-4
buik buik: bûk (Heer) buik (lijf) [DC 01 (1931)] III-1-1
buikpijn pijn in zijn buik: pijn in mənə bûk (Heer), pijn in zijn pens: pijn in mən pens (Heer) ik heb pijn in mijn buik of de buik doet mij zeer [DC 01 (1931)] III-1-2
bundel, bussel bussel: bössel (Heer) bundel [SGV (1914)] III-4-4