18824 |
chagrijn |
chagrijn:
ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.
schagrein (Q105p Heer)
|
chagrijn [SGV (1914)]
III-1-4
|
20545 |
cichorei |
suikerij:
sòkkerei (Q105p Heer)
|
cichorei [SGV (1914)]
III-2-3
|
25000 |
cirkel, kring |
ring:
rink (Q105p Heer),
rīnk (Q105p Heer)
|
cirkel [SGV (1914)] || kring [SGV (1914)]
III-4-4
|
24453 |
citroenvlinder |
citroentje:
Endepols
citroensje (Q105p Heer)
|
Hoe noemt u de vlinder waarvan bij het mannetje de vleugels citroengeel zijn en bij het wijfje witachtig groen met een oranje middelpunt (citroentje) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
24406 |
cocon |
pop:
Endepols
pop (Q105p Heer)
|
Hoe noemt u een vlinder in omhulsel [N 83 (1981)]
III-4-2
|
19823 |
commode, ladenkast |
commode:
komōt (Q105p Heer)
|
commode [SGV (1914)]
III-2-1
|
21308 |
compagnie |
compagnie (fr.):
kómpenei (Q105p Heer)
|
compagnie [SGV (1914)]
III-3-1
|
22829 |
concert |
concert (fr.):
kónzêr (Q105p Heer)
|
concert [SGV (1914)]
III-3-2
|
23202 |
congregatie |
congregatie:
kóngregasie (Q105p Heer)
|
congregatie [SGV (1914)]
III-3-3
|
32810 |
cultivator, extirpator |
cultivator:
køltivātǝr (Q105p Heer)
|
De cultivator, extirpator of woeleg is een 3- of 4-wielig of op twee lopers voortglijdend akkerwerktuig met op een schaar eindigende tanden, die d.m.v. een hefboom tegelijk versteld kunnen worden. Aan het raam van een wielcultivator zitten 5 of meer C-vormige veertanden (zie afb. 77) of rechte stelen (zie afb. 78), die elk van een pijlvormige beitel, resp. een kleine dubbelschaar zijn voorzien. Dit lemma betreft de cultivator in het alge-meen. Voor termen die op de sleepcultivator toepasselijk zijn, zie men het volgende lemma. Wat in het onderstaande met ''eg'' en ''eg'' bedoeld wordt, is aangegeven in het lemma ''eg''. [JG 1a + 1b+ 1d + 2c; N 11, 78a; N 11A, 150a + c; N J, 10; N 18, 52 add.; div.; mono-gr.]
I-2
|