e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heer

Overzicht

Gevonden: 1801
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
eed eed: ēīd (Heer) eed [SGV (1914)] III-3-1
eekhoorn eekhoorntje: eekhorentsche (Heer), ēīkööntsche (Heer) eekhoorn [DC 07 (1939)] || eekhorentje [SGV (1914)] III-4-2
eelt, eeltknobbel kwert: kwêrt (Heer) eelt, eeltknobbel [SGV (1914)] III-1-2
een boterham smeren een boterham smeren: ən bōtram šmēͅrə (Heer) smeren [RND] III-2-3
een ei ei: ē̜.i̯ (Heer) [L 1a-m; L 3, 8; L 5, 79; L 26, 13b; L 30, 18b; L 35, 7; JG 1b; RND 123; Vld.; monogr.] I-12
een hond vleien flemen: Endepols  fleme (Heer) Hoe noemt u een hond vleien (fluren, flemen) [N 83 (1981)] III-2-1
een huis huren pachten: paxtə (Heer) huren [SGV (1914)] III-2-1
een sloot uitdiepen uitdiepen: ūtdēpǝ (Heer) Het uitdiepen of het op diepte houden van een sloot met behulp van een schop, hak, riek, krabber en een zeis. [A 10, 21; N 18, add.; monogr.] I-8
eend eend: ē̜nt (Heer) [JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 18; S 49; L 1a-m; NE II, 55; Vld.; L A1, 48; monogr.] I-12
eenvoudig eenvoudig: invoudig (Heer) eenvoudig [SGV (1914)] III-1-4