e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heer

Overzicht

Gevonden: 1801
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ijspegel ijspegel: īēspeegəls (mv.) (Heer) ijspegels aan het dak of aan de vensterbanken [ijskeekels, -pinnen, -kikkels, kakels] [N 22 (1963)] III-4-4
ijzel, bevroren neerslag ijzel: īēzəl (Heer) ijzel, onderkoelde regen waarvan de straten spiegelglad worden [heezel, hijzel] [N 22 (1963)] III-4-4
ijzelen ijzelen: īēzələ (Heer), (iesrengene).  iessele (Heer) ijzelen [N 22 (1963)], [SGV (1914)] III-4-4
ijzeren gaffel, oogstgaffel gaffel: gafǝl (Heer) Twee- of drietandige ijzeren vork, met lange, enigszins gebogen tanden en een lange houten steel, gebruikt om hooi of korenschoven op te steken en op de wagen te laden. Zie afbeelding 10, b. Voor het voorkomen van de term riek en van varianten van het type gāfel, zie de toelichting bij het lemma ''houten gaffel''. Voor de fonetische documentatie van het woorddel (hooi) zie het lemma ''hooi''.' [N 18, 27; JG 1a, 1b; A 28, 2; L 1 a-m; L 16, 18a; L B2, 241; Lu 6, 2; S 9; Wi 3; Av 1 III 5a, b; monogr.] I-3
illustratie illustratie (<fr.): illestrase (Heer) illustratie [SGV (1914)] III-3-1
ingetogen bedaard: bedaard (Heer) ingetogen [SGV (1914)] III-1-4
ingewanden ingewanden: ingewānde (Heer) ingewanden [SGV (1914)] III-1-1
inham inham: inham (Heer) inham, in het land inspringend gedeelte van een zee, meer of riveri [inpamp] [N 81 (1980)] III-4-4
inkomsten gebeurde, het ~: ps. omgespeld volgens Frings (omdat het een Fringsteken is!), of letterlijk overnemen: gebört, met vermelding dat er boven de ö nog een lengteteken moet staan en deze combinatieletter niet te maken is)?  gebø͂ͅrt (Heer) inkomsten, de ontvangsten, het inkomen [inkomende, inbeur?] [N 21 (1963)] III-3-1
inkuilen inkuilen: e.nkǫu̯lǝ (Heer) De aardappelen worden met de slagkar van het veld naar de boerderij vervoerd en daar op een droge plaats voorlopig opgeslagen om uit te wasemen. Vroeger gebeurde dit in de kelder onder de bakoven (zie aflevering I.6 over de bedrijfsgebouwen van de boerderij). Tegen de winter worden de aardappelen ingekuild, dat wil zeggen in een aardappelkuil of -groeve gestort. De algemene benamingen voor deze handeling staan in dit lemma bijeen. Zie verder het lemma Aardappelkuil, -Groef. [N 12, 28; JG 1a, 1b; S 16; monogr.; add. uit N 12, 29; L 1, a-m; S 19] I-5