e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q113p plaats=Heerlen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ei zonder schaal liesei: lisęi̯ (Heerlen), līsęi̯ (Heerlen), liezenei: lisǝęi̯ (Heerlen), lizǝnęi̯ (Heerlen), lizǝęi̯ (Heerlen), līzǝnęi̯ (Heerlen), windei: weŋkęi̯ (Heerlen) Ei dat alleen door een vlies is omgeven en dat geen schaal heeft. [N 19, 54a; N 7, 11; JG 1b, 1c, 2c; L 5, 80; Vld.; L B2, 366; monogr.] I-12
eierdopje eierdopje: eierdöpke (Heerlen) eierdopje III-2-1
eieren ophalen paaseieren ophalen: poͅəsjeͅijər oͅphōͅlə (Heerlen) Eieren ophalen in de week vóór Pasen. [N 88 (1982)] III-3-2
eieren uithalen rapen: rāpǝ (Heerlen) De gelegde eieren uit het nest halen of oprapen. In dit lemma is een opgegeven object ei of eieren niet gedocumenteerd. Voor een fonetische documentatie van "ei" zie het lemma EI (5.11.2). [N 19, 35] I-12
eierkoek eierkoek: eierkook (Heerlen), Verklw. eierkeuksjke  eierkook (Heerlen), koek: kook (Heerlen) eierkoek || eierkoek; Hoe noemt U: Een zachte koek gebakken van fijn deeg, waarin eieren zijn gekneed (eierkoek, eierstruif, flets) [N 80 (1980)] III-2-3
eiertikken eieren titsen: eiertietsje (Heerlen), kippen: kepə (Heerlen), Korte open i.  kieppe (Heerlen) Eiertikken. || Het spelletje waarbij men probeert met een hardgekookt ei het ei van de tegenstander kapot te tikken [(eier)tikken, kippen, knutsen]. [N 88 (1982)] || Tikken met een (Paasch-) ei. III-3-2
eiertikken add. pansen: Zie kiepe [pag. 32: Tikken met een (Paasch-) ei].  pansje (Heerlen) Eieren op elkaar stooten met den zijkant. III-3-2
eigendom eigendom: eegəndóm (Heerlen) de omstandigheid dat een zaak iemand toebehoort; het recht iets zijn eigen te noemen [eigendom, maagschap] [N 89 (1982)] III-3-1
eigendomsbewijs eigendomsbewijs: eegəndómsbəwīēs (Heerlen) het bewijs dat iets iemands eigendom is [vest] [N 89 (1982)] III-3-1
eigennamen van de mijnen (de) drie: dǝ drēj (Heerlen  [(Emma)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), concessie-carl: concessie-carl (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), de een: dǝ ē (Heerlen  [(Emma)]   [Laura, Julia]), de heksenberg: dǝ hɛksǝbɛrx (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), de staat: dǝr štāt (Heerlen  [(Emma / Oranje-Nassau I-IV)]   [Emma, Hendrik, Oranje-Nassau II]), de twee: dǝ twiǝ (Heerlen  [(Emma)]   [Emma, Hendrik, Oranje-Nassau II]), de vier: dǝ vēr (Heerlen  [(Emma)]   [Emma, Hendrik, Oranje-Nassau II]), domaniale: domanǝjāl (Heerlen  [(Emma)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), emma: ɛma (Heerlen  [(Emma)]   [Laura, Julia]), hendrik: hɛndrek (Heerlen  [(Emma)]   [Laura, Julia]), hollandse kuil: holǝnšǝ kul (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]), julia: jylǝja (Heerlen  [(Emma)]   [Domaniale]), laura: ǫwra (Heerlen  [(Emma)]   [Domaniale]), maurits: mǫwrits (Heerlen  [(Emma)]   [Laura, Julia]), onze kuil: ōs kul (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Maurits]), op gen heide: op gęn hęj (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), oranje-nassaumijnen: oranje-nassaumijnen (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Oranje-Nassau I]), scheid: šēt (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Emma, Hendrik, Oranje-Nassau II]), wilhelmina: welǝmin (Heerlen  [(Emma)]   [Maurits]), willem-sophia: welǝm-sofi (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Domaniale]), welǝm-sǫfi (Heerlen  [(Emma)]   [Domaniale]) In dit lemma komen de namen van mijnen aan de orde. Er zijn twee hoofdgroepen van mijnen t.w. de Nederlands Limburgse groep en de Belgisch Limburgse. Binnen de Nederlandse groep maakt men onderscheid in Staatsmijnen en particuliere mijnen. Wilhelminat de naamgeving betreft valt op dat de Nederlands-Limburgse mijnen eigennamen hebben zoals namen van leden van het Vorstenhuis Oranje, terwijl de Belgisch-Limburgse mijnen voornamelijk aangeduid worden met de naam van de plaats waar een bepaalde mijn ligt. Volgens de informant van Q 113 werd de Staatsmijn Hendrik door Schinvelders "onze kuil" genoemd. De Lauraen Julia werden ook met de term de "Eygelser kuilen" aangeduid. Het woordtype "Evence Coppée" verwijst naar een van de grondleggers van de Kempense mijnindustrie. Bovendien bestond er een Holding Group met die naam. Met "Limburg-Maas" duidt men ook wel de mijn te Eisden aan. De naam is een verwijzing naar de maatschappij die de mijn exploiteerde: S.A. des Charbonnages de Limbourg-Meuse. Alle eigennamen in het woordtype worden voor de uniformiteit met een kleine letter in plaats van een hoofdletter geschreven. [N 95, 2; monogr.] II-5