e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q113p plaats=Heerlen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kalm, bedaard bezadigd: ?  bezädigd (Heerlen), gelaten: geloate (zachtmoedig)  geloate (Heerlen), husch (du.): bis noe ins ee bietje hösch  hösch (Heerlen), ruhig (du.): ruiig (Heerlen), röjjich (Heerlen) bezadigd [SGV (1914)] || kalm [SGV (1914)] || niet opgewonden, kwaad of zenuwachtig [bedaard, stil, kalm] [N 85 (1981)] III-1-4
kalot kalotje (<fr.): kelotje (Heerlen) kalot, kruinmutsje voor priesters {afb} [plekkertje, klets, kelotje, kadots] [N 25 (1964)] III-3-3
kalven jongen: jøŋǝ (Heerlen), kalven: kǭvǝ (Heerlen) Een kalf ter wereld brengen, gezegd van de koe. [JG 1a, 1b; N 3A, 46; S 16; L 1a-m; monogr.] I-11
kalverstal kalverstal: kǭvǝr[stal] (Heerlen) De stal of de ruimte in de koestal waar de kalveren staan. Meestal is er geen afzonderlijke ruimte als kalverstal; de kalveren staan in een hoek van de koestal en deze hoek voor de kalveren wordt "kalverstal" genoemd. Vandaar dat n.a.v. de vraag "kalverstal" voor L 213, 248, 298, 381b, 386, Q 1, 113 en 202 koestal en voor L 270, 312, Q 34 en 102 stal werd opgegeven. Er zijn voor de kalverstal ook wel benamingen in gebruik, waaruit de leeftijd van de kalveren spreekt. Voor opgaven die een voor een kalf bestemde kist, bak, kooi e.d. betreffen, zie men het lemma "kalverhokje, kalverbak" (2.2.4). Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). Zie ook de plattegronden in paragraaf 1.2. [A 10, 9b; L 38, 25; monogr.; add. uit N 5A, 45a en 47b] I-6
kam kam: m.v = käm  kamp (Heerlen) kam [SGV (1914)] III-1-3
kameel kameel: kamieël (Heerlen), Hebr. gamal.  kamieël (Heerlen) Kameel, kemel. || Kameel. III-3-2
kamer kamer: kāmər (Heerlen, ... ), zimmer (d.): semər (Heerlen) kamer III-2-1
kamerjas sjamberloek: [Van Dale: sjamberloek (&lt;Hd. &lt; Turks yagmurlyk, regenmantel), kamerjapon voor heren, wijde huisjas met ceintuur]  schamberloek (Heerlen) kamerjas [sjamberloe] [N 23 (1964)] III-1-3
kamersteiger kamersteiger: kāmǝrštēgǝr (Heerlen) Steiger voor werkzaamheden binnenshuis. Zie ook het lemma 'Schraagsteiger'. Het betreft daar een vergelijkbare steiger in gebruik bij de metselaar en de stucadoor. [N 67, 63m] II-9
kamizool kamizool (<fr.): kammezoal (Heerlen), Vest vr. mannen.  kammezool (Heerlen) 1. kamizool; - 2. vest || kamizool, in de betekenis van soort kledingstuk; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] III-1-3