e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q113p plaats=Heerlen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
matrozenpakje matrozenpak: matroeëzepak (Heerlen), matrozenpakje: afwijkend van Veldeke  matroeëzepekschke (Heerlen) matrozenpak || matrozenpakje (soort jongenskostuum) [N 26 (1964)] III-1-3
matsen add. compagnon (fr.) (zn.): kompəljoŋ (Heerlen) In het voordeel van een ander spelen, met een andere speler samenspelen [materen, opeenspelen, opspannen]. [N 88 (1982)] III-3-2
matsen, mitsen (kaartspel) mitsen: mietsje (Heerlen) Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2
matte vernis matte vernis: mat˲ vǝrnes (Heerlen) Vernis die mat opdroogt. Matte vernis wordt hoofdzakelijk toegepast op blank hout of de nabootsing daarvan, alsook op decoratief schilderwerk, dat niet glanzend kan worden afgewerkt en door omstandigheden nu en dan schoongemaakt moet worden. Voor buitenwerk is matte vernis niet geschikt. [N 67, 21b] II-9
mattenklopper mattenklopper: matteklöpper (Heerlen), mattəkloppər (Heerlen), Verklw. matteklöpperke  matteklöpper (Heerlen) mattenklopper [DC 15 (1947)] III-2-1
matverf matverf: mat˲[verf] (Heerlen) Verf die na droging een mat oppervlak vertoont. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [N 67, 19f] II-9
mayonaise mayonaise: majenès (Heerlen), màjònéés (Heerlen) mayonaise [RND] III-2-3
mazelen mazelen: mazele (Heerlen), reule: reule (Heerlen, ... ) Hoe noemt men de besmettelijke kinderziekte waarbij de huid vele kleine rode vlekjes vertoont (Nederl. mazelen)? [DC 25 (1954)] || mazelen [SGV (1914)] III-1-2
mechanische koolwinning mechanisatie: mechanisatie (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Zwartberg, Waterschei]), mechanisch kolen: mǝxānǝ kǫǝlǝ (Heerlen  [(Emma)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Manier van koolwinning waarbij de steenkool op mechanische wijze wordt losgemaakt, geladen en getransporteerd. [N 95, 596] II-5
mechanische pijler mechanische pijler: mǝxānǝšǝ pęjlǝr (Heerlen  [(Emma)]   [Domaniale]), mechanische streb: mexānišǝ štrēp (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), ploegpijler: plōxpęjlǝr (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]), plōxpɛjlǝr (Heerlen  [(Emma)]   [Julia]), ploegstreb: plōxštrēp (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Laura, Julia]) Pijler waarin een machine zorgt voor het losmaken, laden en transporteren van de kolen. In de mijn van Eisden wordt volgens de invuller uit Q 7 in zo''n mechanische pijler een ploeg of een zaag gebruikt. [N 95, 282; N 95, 596; N 95, 598; monogr.] II-5