e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q113p plaats=Heerlen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pershoning pershoning: pēšhuǝneŋ (Heerlen) Honing die men verkrijgt door de raten te persen, zodat de honing eruit loopt. Na verwijdering van de blanke, gave stukken raathoning doet men de onregelmatige stukken honingraat, nog niet verzegelde honing, open en gesloten broed, stuifmeelraten, grof werk, moerdoppen, dode bijen en ander afval in zakken van kaasdoek. Deze legt men in de honingpers, waarin ze onder grote druk de nog resterende honing prijs geven (De Roever, pag. 167). Deze geperste honing blijft echter na zeven en klaren toch een produkt van mindere kwaliteit. [N 63, 116b; N 63, 115d; N 63, 115c; JG 1a; monogr.] II-6
perslatwerk raam: rām (Heerlen) Laddervormig latwerk dat over een kuip of ton gelegd wordt. Met de hand drukt de imker de perszak op dit latwerk, opdat de honing eruit kan vloeien. [N 63, 122d] II-6
perslucht preslocht: prɛslǫx (Heerlen  [(Emma)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), presloft: prɛsluf (Heerlen  [(Emma)]   [Willem-Sophia]), prɛsluft (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Samengeperste lucht, gebruikt voor de aandrijving van verschillende werktuigen. Volgens Lochtman (pag. 59) kende men twee soorten perslucht: hoge druk (ongeveer 175 atm) werd gebruikt voor de ondergrondse locomotieven en lage druk (ongeveer 6 atm) werd toegepast bij de aandrijving van luchthamers, schudgoten enz. [N 95, 820; monogr.; Vwo 293; Vwo 592; Vwo 593; Vwo 628; Vwo 631] II-5
persluchtlamp lochtlamp: loxlamp (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Maurits]), loftlamp: loftlamp (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Maurits]), preslochtlamp: prɛslǫxlamp (Heerlen  [(Emma)]   [Eisden]), presloftlamp: prɛsluflamp (Heerlen  [(Emma)]   [Maurits]) Elektrische lamp die de benodigde elektrische stroom ontvangt uit een aan de lamp bevestigde dynamo die gekoppeld is aan een door perslucht aangedreven turbine. [N 95, 258; monogr.] II-5
persluchtleiding loftbuis: lufbȳs (Heerlen  [(Emma)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), loftleiding: luflęjdeŋ (Heerlen  [(Emma)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), loftroor: lufrø̄r (Heerlen  [(Emma)]   [Zolder]), presloftbuis: prɛslufbȳs (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]), presloftleiding: prɛsluflęjdeŋ (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Domaniale]) Metalen buisleiding die de perslucht ter plaatse brengt. Aan de persluchtleiding worden met behulp van gummislangen de luchthamers, boorhamers enz. aangesloten. [N 95, 824; monogr.; Vwo 294; Vwo 629; Vwo 630; Vwo 632] II-5
persluchtturbine lochtturbine: loxtørbin (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Laura, Julia]), preslochtturbine: prɛslǫxtørbīn (Heerlen  [(Emma)]   [Domaniale]) De turbine van de persluchtlamp. [N 95, 260] II-5
personentrein personentrein: pǝrsōnǝtrɛ̄jn (Heerlen  [(Emma)]   [Laura, Julia]), pɛrsōnǝtręjn (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Trein bestemd voor het vervoer van personen. [N 95, 714; N 95, 611] II-5
personenvervoer personenvervoer: pǝrsōnǝvǝrvø̄r (Heerlen  [(Emma)]   [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]), pɛrsōnǝvǝrvø̄r (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Laura, Julia]) Algemene benaming voor het transport van personen. [N 95, 713; N 95, 611; monogr.] II-5
persoon met een lastig karakter lastige, een -: Vraag 383 is dubbel (dus 2 x 97 moet nog worden opgesplitst in twee lemmata: "persoon met een lastig karakter"; "een niet gemakkelijk, lastig karakter hebbend  léstiggə (Heerlen) een lastig moeilijk karakter hebbend [niepoter, nietprut, kummelij] [N 85 (1981)] III-1-4
perzik peets: pieetsj (Heerlen), piētsch (Heerlen), de gerekte uitspraak van het Eng.: peach. Ak.: Peesch, M.: pees, Gulpen: pesj, Sitt.:, peisj, Roerm.: pès, Venlo: peers. Van het Lat. persicus, d.i. Perzisch  pieëtsj (Heerlen) perzik [SGV (1914)] I-7