e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q113p plaats=Heerlen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
puntkwast puntkwast: pøntkwas (Heerlen) Kwast waarvan de haarbundel met touw om de steel is gebonden. [N 67, 30c] II-9
pupil pupil: pəpil (Heerlen) Pupil: het donkere gedeelte van het oog dat wijder of nauwer wordt naarmate er meer of minder licht in valt. [N 84 (1981)] III-1-1
purper, paarsrood purper: pūrpər (Heerlen) de kleur paarsrood [purper, pilper] [N 91 (1982)] III-4-4
put bluts: bløtš (Heerlen), deuk: dø̄k (Heerlen) Terugwijkend gedeelte van het metselwerk van een muur. [N 31, 47a] II-9
putemmer putemmer: pøtɛmər (Heerlen) [N 12 (1961)] I-7
puthaak putgard: pøtgēͅt (Heerlen), puthaak: pøthōͅk (Heerlen) [N 12 (1961)] I-7
putter distelvink: distelvink (Heerlen, ... ) putter || putter (12 man en pop gelijk; rood gezicht, geel in vleugel, wit in staart; hier alleen op trek; vrij schaars; distelliefhebber; zang is vrolijk, druk gedjiedel; veel in kooi [N 09 (1961)] III-4-1
pyjama pyjama {pijama}: pyama (Heerlen) pyjama, tweedelig nachtkostuum [N 25 (1964)] III-1-3
raad raad: road (Heerlen, ... ) raad [SGV (1914)] III-1-4
raad van elf (carnaval) raad van elf: roͅət va eͅləf (Heerlen) De narrenstaf [marot]. [N 88 (1982)] III-3-2