e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q113p plaats=Heerlen

Overzicht

Gevonden: 6886
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bladerdeeg bladerdeeg: bladerdeeg (Heerlen) Pastei van bladerdeeg, vol au vent (vollevang?) [N 16 (1962)] III-2-3
bladgoud bladgoud: blat˲gōt (Heerlen) Tot zeer dunne bladen geperst goud. [N 67, 11a; N 67, 11b; monogr.] II-9
bladhoning bladhoning: blathuǝneŋ (Heerlen) Het zoete, kleverige vocht op takken en bladeren, afkomstig van bepaalde luizen, dat de bijen soms naar hun korven of kasten brengen. Bladhoning is vaak zeer donker van kleur. In drachtpauzes kan bladhoning de bijen soelaas bieden. [N 63, 113; N 63, 112b; monogr.] II-6
bladkool, snijkool geschoten plant: geschoate plant (Heerlen) [N Q (1966)] I-7
bladzijde bladzijde: blàtzĭĕ (Heerlen) ieder van de beide zijden van een blad in een boek, tijdschrift etc. [teun, pagina, bladzijde] [N 87 (1981)] III-3-1
bladzilver bladzilver: blat˲zelvǝr (Heerlen) Tot zeer dunne bladen geperst zilver. [N 67, 11d] II-9
blaffen bellen: bieële (Heerlen, ... ), bletsen: bletsche (Heerlen), bletsje (Heerlen, ... ), WBD/WLD  blètsjə (Heerlen) blaffen [SGV (1914)] || Hoe noemt u het gewone stemgeluid van een hond (blaffen, bassen, bletsen, basten) [N 83 (1981)] III-2-1
blanke raat wit werk: wet węrk (Heerlen) De in mei gemaakte blanke of maagdelijke raat of raten die nog niet voor broeden hebben gediend. De raat is nog wit van kleur. [N 63, 13f] II-6
blaten bleten: blęi̯tǝ (Heerlen) Geluid voortbrengen, gezegd van een schaap. [N 19, 76a; S 52, add.; Vld.; monogr.] I-12
blauw slachten te rijp zijn: (men zegt) [dat beest] es tǝ rip (Heerlen) Als de huid van het rund niet zorgvuldig wordt losgesneden, blijft er soms vet aan vastzitten, waardoor de blauwachtig gekleurde bovenlaag van het vlees dat op het rund blijft kleven, bloot komt te liggen. Omdat gevraagd was naar een uitdrukking voor dit "blauw slachten", komen er verschillende grammaticale categorieën voor in dit lemma. [N 28, 54] II-1