e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q113p plaats=Heerlen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vooruit ju: jy (Heerlen), voort-ju: vōrt jø (Heerlen), vooruit: vørut (Heerlen), voorwaarts: vørwats (Heerlen) Voermansroep om het paard vooruit te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95f en 96; L 1 a-m; L B 2, 253; L 26, 2; L 36, 81a; S 41; monogr.] I-10
vooruitbetaling op het loon voorbetaling: vȳrbǝtāleŋ (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Emma]), vȳǝrbǝtāleŋ (Heerlen  [(Emma)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) [N 95, 974; N 95, 973] II-5
vooruitkomen, vorderen avanceren: àvànseerə (Heerlen), opschieten: ópsjeetə (Heerlen), vorderen: vördərə (Heerlen) vooruitkomen [avanceren, vorderen, plakken, plakmaken, verkuvereren] [N 91 (1982)] III-4-4
vooruittrappen schuppen: šøpǝ (Heerlen), stoten: štūǝtǝ (Heerlen) De meeste woorden in dit lemma komen ook in het volgende lemma voor. [N 8, 70b en 71] I-9
voorvoet voorvoet: veurvoot (Heerlen) voet: voorste deel van de voet [vurvoet] [N 10 (1961)] III-1-1
voorwas voorwerk: vȳrwęrk (Heerlen) Was die door de bijen geproduceerd wordt, voordat ze aan de eigenlijke ratenbouw beginnen. Mengsel van propolis en was. Bovenaan in de korf of het raam wordt ter versteviging een laagje was aangebracht als basis voor de raten. [N 63, 14a] II-6
voorwerkers gevelstenen: gēvǝlštęjn (Heerlen), voorwerkers: vȳrwęrǝkǝrs (Heerlen) Metselstenen voor de buitenste spouwmuur, en meer in het algemeen voor metselwerk dat in het zicht blijft. Voorwerkers zijn meestal eerste keus metselstenen. Zie voor het woordtype 'façadestenen' ook het lemma 'Kleine stenen' in wld ii.8, pag. 70. [N 31, 35f; monogr.] II-9
voorwerp waarmee men de laatste haren van het varkenslijf brandt brandend stro: brandend stro (Heerlen) Met dit voorwerp brandt men de na het krabben achtergebleven haren af. Het lemma valt uiteen in twee delen: één deel waarin de ouderwetse methoden worden genoemd b.v. stro e.d. en een deel waarin moderner gereedschap is opgenomen b.v. gasbrander. Het branden met stro e.d. kan gebeuren door met een bosje brandend stro over het varkenslijf te strijken, of door een strovuurtje onder het varken te stoken, terwijl het dier is opgehangen. Voor het mes waarmee men de laatste haren van het varkenslijf verwijdert, zie men het lemma ''mes''.' [N 28, 33c; monogr.] II-1
voorzichtig voorzichtig: vərzichtich (Heerlen) rekening houdend met wat er zou kunnen gebeuren, zorg dragend dat er niets verkeerd gaat [listig, roekelijk, voorzichtig] [N 85 (1981)] III-1-4
voorzwerm hoofdzwerm: hø̄tšwɛrm (Heerlen), voorzwerm: vȳršwɛrm (Heerlen) De eerste zwerm, gewoonlijk in juni. Een deel van een bijenvolk verlaat met de oude koningin korf of kast. Wie met de zwerm meetrekt, schijnt niet meer naar de oude woning om te zien (De Roever, pag. 34). De zwerm laat een aparte zwermtoon horen. [N 63, 29b; JG 1b; N 63, 37e; A 9, 6] II-6