e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q113p plaats=Heerlen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
watervast watervast: wātǝrvas (Heerlen) Gezegd van verf die tegen langdurige inwerking van water bestand is. [N 67, 75b] II-9
waterverf waterverf: wātǝr[verf] (Heerlen) Verf, die door middel van water in vloeibare toestand wordt gebracht, waardoor zij uitstrijkbaar wordt. 'Latex' is een fabrieksverf met als bindmiddel latex. De verf is met water verdunbaar. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [N 67, 23a; monogr.] II-9
waterverfbindmiddelen caseïne: kazīǝn (Heerlen), houtlijm: hōtlīǝm (Heerlen), knokenlijm: knǭkǝlīǝm (Heerlen), plaatlijm: plātlīǝm (Heerlen), poederlijm: pujǝrlīǝm (Heerlen), silicaat: selǝkǫat (Heerlen) In dit lemma zijn de benamingen voor een aantal bindmiddelen voor waterverf bijeengeplaatst. Caseïne is een eiwitachtig bestanddeel van melk. Waterglas is een natrium- of kaliumsilicaat of een mengsel daarvan. [N 67, 14] II-9
waterzucht water: ət wáátər (Heerlen) Waterzucht: ziekelijke ophoping van vocht in het onderhuidse weefsel en in de lichaamsholten (zucht, het water). [N 84 (1981)] III-1-2
wbd: afzeggen niet geldig maken: d’r koop neet geldig make (Heerlen), ongedaan maken: d’r koop ongedoa make (Heerlen) ongedaan, De koop ~ maken [de koop ontdoen?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: in trek gewillig zijn: die waar is gewillig (Heerlen), gezocht worden: die waar wäed gezoch (Heerlen), in trek zijn: die waar is in trek (Heerlen), prijzig zijn: priezig (Heerlen) Goed in de markt liggend, een goede prijs opbrengend [willig, b.v. de eieren zijn willig deze maand?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: katten laten zitten: häe hat mich d’r mit loate zitte (Heerlen) katten: Wat zegt men wanneer de koper de verkoper met zijn waar laat zitten, niet afhaalt wat hij gekocht heeft [katten? hij heeft gekat?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: kwaadgeld / te veel vragen overvragen: doe üvervrôâgs mich (Heerlen) kwaadgeld: Als men vindt dat iemand teveel vraagt, zegt men: "hoeveel ...... is daarbij"[kwaad-geld?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: staartgeld / minder vragen de stoot delen: (= de stoot delen).  d’r sjtüüt dele (Heerlen) verschil: Vraagt men aanvankelijk teveel geld voor wat men wil verkopen, dan moet men tenslotte vaak genoegen nemen met minder dan men eerst kon krijgen; hoe noemt men in zulk geval het verschil tussen wat men eerst kon krijgen en wat men tenslotte werkel [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: staartgeld / verschil de stoot delen: (= de stoot delen).  d’r sjtüüt dele (Heerlen) verschil: Vraagt men aanvankelijk teveel geld voor wat men wil verkopen, dan moet men tenslotte vaak genoegen nemen met minder dan men eerst kon krijgen; hoe noemt men in zulk geval het verschil tussen wat men eerst kon krijgen en wat men tenslotte werkel [N 21 (1963)] III-3-1