20312 |
geslachtsgemeenschap hebben |
de vrouw gebruiken:
de vrouw gebroeke (Q113p Heerlen),
op het kerkje kruipen:
i.e. karretje.
op het kerke kroepe (Q113p Heerlen),
poppen:
pôppe (Q113p Heerlen)
|
geslachtsgemeenschap uitoefenen [N 10C (zj)]
III-2-2
|
33790 |
geslachtsorgaan van de hengst als geheel |
gemecht:
gǝmɛx (Q113p Heerlen)
|
[JG, 1b; N 8, 36 en 37b]
I-9
|
34472 |
gesneden haan |
kapuin:
kapun (Q113p Heerlen),
kapūn (Q113p Heerlen)
|
[N 19, 60a; monogr.]
I-12
|
34394 |
gesneden mannelijk schaap |
hamel:
hamǝl (Q113p Heerlen),
hāmǝl (Q113p Heerlen)
|
[N 19, 65a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; AGV m 3; A 2, 46; A 4, 22a; R 3, 24; N 77, add.; L 39, 44; L 20, 22a; L 5, 30b; Wi 12; monogr.]
I-12
|
34305 |
gesneden mannelijk varken |
berg:
bɛrx (Q113p Heerlen),
gesneden beer:
gǝšnēi̯ǝ bīr (Q113p Heerlen)
|
Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12]
I-12
|
34309 |
gesneden vrouwelijk varken |
gelts:
gels (Q113p Heerlen
[(gesneden)]
)
|
Uit de antwoorden blijkt dat gelt verschillende betekenissen kan hebben. Er zijn informanten (K 278, L 421, 422, 423, Q 197, 211) die zeggen dat het snijden van een vrouwelijk varken ter plekke onbekend is. Het onvruchtbaar maken bestond uit het doorknippen van de eileiders. [N 19, 9; A 4, 4c; L 20, 4c; L 37, 49e; JG 1b; L 37, 49f; monogr.]
I-12
|
18254 |
gesp |
gesp:
gesp (Q113p Heerlen),
gɛsp (Q113p Heerlen),
schoon mit gaspe (Q113p Heerlen),
Zie ook sjnal. Zie ook afb. p. 115.
gesp (Q113p Heerlen),
gespel:
gespel (Q113p Heerlen),
gɛspǝl (Q113p Heerlen),
snal (<du.):
Zie ook gesp. Zie ook afb. p. 115.
sjnal (Q113p Heerlen)
|
Gesloten, vaak min of meer vierkant beugeltje, gewoonlijk met een al of niet aan een afzonderlijke spil zittende tong, aan het ene einde van een riem enz. bevestigd en waardoor het andere einde gestoken wordt, dat dan door de tong in de ring vastgehouden wordt (Van Dale, pag. 903). [N 62, 53; MW; monogr.] || gesp || gesp [schoenen m.e. ~ ] [SGV (1914)] || Hoe noemt U een gesp? [N 62 (1973)]
II-7, III-1-3
|
33761 |
gespeend veulen |
veulen:
vȳǝlǝ (Q113p Heerlen)
|
Een veulen dat gespeend, niet meer gezoogd wordt. De ontwenning heeft tijdens de vierde of vijfde maand plaats. [N 8, 2b]
I-9
|
18696 |
gesteven voorstuk van een overhemd |
frontje:
frontje (Q113p Heerlen)
|
voorstuk, gesteven ~ van een overhemd [fruntje, plastron] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18543 |
gestreepte broek |
gestreepte broek:
geschtrieepte brook (Q113p Heerlen)
|
broek, gestreepte ~ van jacquet of kort zwart pak [striepkesboks] [N 23 (1964)]
III-1-3
|