19262 |
iemand zijn gang laten gaan |
laten begaan:
begoaë (Q113p Heerlen),
toestaan:
tówsjtaoə (Q113p Heerlen)
|
betijen [SGV (1914)] || toestaan een handeling te verrichten [laten begaan, betijen, getijen, gewaren, loslaten] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20444 |
iemands overlijden aanzeggen |
ter lijk bedenen:
tərlīēkbêênə (Q113p Heerlen)
|
buren en kennissen op iemands begrafenis uitnodigen [bidden, in de rouw verzoeken] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
24635 |
iep |
iep:
WBD/WLD
îep (Q113p Heerlen)
|
De iep; een snel groeiende boom die tot 18 m hoog kan worden me een brede kroon; vele iepen worden het slachtoffer van de iepziekte en verdwijnen snel (iep, olm) [N 82 (1981)]
III-4-3
|
19246 |
iets (leren) beheersen |
een ganse in get zijn:
ənə-gánsə-zîê (Q113p Heerlen),
een matador in get zijn:
ənə-màkkàdoor-zîê (Q113p Heerlen)
|
een vaardigheid goed geleerd hebben [mannen, meester geraken] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25081 |
iets onbelangrijks, nietigheid |
klommel:
klōēməl (Q113p Heerlen),
onbenulligheid:
ónbənöllichheet (Q113p Heerlen),
onnozelligheid:
ónûuzəlichheet (Q113p Heerlen),
prul:
prèùl (Q113p Heerlen)
|
een voorwerp zonder waarde; een zaak van geen enkel belang [nietlig, nietigheid, dodeman, lacheding] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
18862 |
iets opkroppen |
opkroppen:
ópkròppə (Q113p Heerlen),
ópkróppe (Q113p Heerlen)
|
opkroppen || zijn verdriet of ongenoegen proberen verborgen te houden [opkroppen, kroppen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21563 |
ijken |
ijken:
eekə (Q113p Heerlen)
|
gewicht nakijken om vast te stellen of ze het juiste gewicht hebben en, indien nodig, ze het juiste gewicht geven [ijken, ijkenen, pegelen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
17995 |
ijlen |
bazelen:
báázələ (Q113p Heerlen),
brazelen:
bráázələ (Q113p Heerlen)
|
Ijlen: door koorts verward, onsamenhangend spreken (ijlen, bazelen, razen, raaskallen, delireren). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
25153 |
ijs (alg.) |
ijs:
ies (Q113p Heerlen, ...
Q113p Heerlen),
iēs (Q113p Heerlen),
ī.s (Q113p Heerlen, ...
Q113p Heerlen,
Q113p Heerlen)
|
ijs [DC 03 (1934)]
III-4-4
|
22756 |
ijsbaan |
baan:
baan (Q113p Heerlen),
ijsbaan:
Zie ook: sjaatsbaan.
iesbaan (Q113p Heerlen)
|
2. Glijbaan. || IJsbaan.
III-3-2
|