17544 |
klein persoon |
alvermannetje:
soort dwerg
dat is ee oavermenke (Q113p Heerlen),
kruikestop:
hee is unne kroekeschtop (Q113p Heerlen)
|
klein van gestalte [N 10 (1961)]
III-1-1
|
20722 |
klein stukje vlees of kaas |
muisje:
möske (Q113p Heerlen)
|
Kent u meuzeltje = klein stukje vlees of kaas? [N 16 (1962)]
III-2-3
|
17543 |
klein van gestalte |
klein gebouwd:
héë is kling geboowd (Q113p Heerlen),
klein van postuur:
hej is kling va postuur (Q113p Heerlen),
kort van stuk:
héë is kôt va schtuk (Q113p Heerlen)
|
klein van gestalte [N 10 (1961)]
III-1-1
|
25159 |
klein wolkje |
wolkje:
wölksjkə (Q113p Heerlen)
|
klein wolkje [oliester] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
20349 |
kleindochter |
kleindochter:
kleedogter (Q113p Heerlen),
kleendochter (Q113p Heerlen),
meestal wordt het woord omschreven
klingdochter (Q113p Heerlen)
|
kleindochter [DC 05 (1937)] || kleinkind [SGV (1914)]
III-2-2
|
29988 |
kleine bouwladder |
kleine ledder:
kleŋ lɛdǝr (Q113p Heerlen),
leddertje:
lɛdǝrkǝ (Q113p Heerlen),
stockse ledder:
štǫksǝ lɛdǝr (Q113p Heerlen
[(is één verdieping hoog)]
)
|
Kleine ladder van ongeveer 1.75 m lengte die voornamelijk wordt gebruikt voor het werk binnenshuis. [N 32, 9b; monogr.]
II-9
|
20723 |
kleine hoeveelheid eten |
get voor een mus:
get vuur ⁄n musch (Q113p Heerlen),
hapje eten:
Eigen syst.
häpke äete (Q113p Heerlen),
mondje vol:
Eigen syst.
ee muundje vol (Q113p Heerlen),
pritsje:
prietschke (Q113p Heerlen)
|
Welk woord kent u voor een zeer kleine hoeveelheid eten (een brusselke, een kriemelke?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
24463 |
kleine schadelijke zoogdieren |
ongedierte:
ongedeerte (Q113p Heerlen)
|
schadelijke en hinderlijke grotere dieren als muizen, mollen, enz. [DC 55 (1980)]
III-4-2
|
25602 |
kleine uitsteeksels op de broodkorst |
punten:
pøntǝ (Q113p Heerlen)
|
De bij het zigzag knippen ontstane kleine uitsteeksels op de broodkorst. [N 29, 44c]
II-1
|
21338 |
kleingeld |
kleingeld:
klee geld (Q113p Heerlen),
kleegeld (Q113p Heerlen),
kling geld (Q113p Heerlen),
macherang:
vgl. Heerlen Wb. (pag. 358): mazjerang, melange.
masjeran~g (Q113p Heerlen),
pasmunt:
pasmunt (Q113p Heerlen),
specie:
sjpesie (Q113p Heerlen)
|
Klein geld [pasgeld, snuistergeld?] [N 21 (1963)] || kleingeld [SGV (1914)]
III-3-1
|