e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heerlen

Overzicht

Gevonden: 6886
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beschuit met muisjes beschuit met muisjes: beschuut mit muuskes (Heerlen, ... ), beschuit met muiskeuteltjes: beschuut mit moeskuttelkes (Heerlen, ... ), beschuiten met muiskeuteltjes: Eigen syst.  besjüte mit mōēsküttelkes (Heerlen, ... ) Beschuiten met muisjes [N 16 (1962)] III-2-2, III-2-3
beschuitbol beschuitbol: bǝšȳtbǫl (Heerlen) [N 29, 61; N 29, 60] II-1
beschuitdeeg beschuitdeeg: bǝšȳtdēx (Heerlen) [N 29, 58] II-1
beschuitdoppen dopjes: dø̜pkǝs (Heerlen), vormpjes: vørmkǝns (Heerlen) De vormen die bij het opbollen van beschuitdeeg gebruikt worden. [N 29, 59b; N 29, 59a] II-1
beschuitmeel straffe bloem: štrafǝ blom (Heerlen) Meel voor het bereiden van beschuitdeeg. Momenteel wordt hier het beste meel voor gebruikt, vroeger wel eens tarwe- of griesmeel. [N 29, 57a] II-1
beschuitmes besehuitemes: bǝšȳtǝmɛts (Heerlen) Mes dat gebruikt wordt bij het doormidden snijden van de beschuitbollen. [N 29, 62b] II-1
beschuitpap beschuitenpap: beschuutepap (Heerlen), Eigen syst.  besjütepap (Heerlen) Melk met beschuiten (beschuitepap, luiwijvenpap, romme met bestelle?) [N 16 (1962)] III-2-3
besjes aan de aardappelplant krallen: kralǝ (Heerlen) De besachtige groene vruchten die zich uit de bloemen van de aardappelplant ontwikkelen. Vroeger, voordat men pootaardappelen selecteerde uit de eigen oogst, werd uit deze vruchtjes van de plant pootzaad gewonnen. Het lemma bevat alleen meervouden. Bij goesbollen wordt door de zegslieden opgegeven dat ...kinderen deze bollen aan een lange twijg (steken) en dan de bollen zo ver mogelijk weggooien of zwiepen; goezen is "zwiepen". Warnant (1949, 175) vermeldt dit spel ook voor Waals Haspengouw. Het regelmatige voorvoegsel aardappel- of patatte- is hier weggelaten; zie het lemma Aardappel. Zie voor de fonetische documentatie van de varianten voor aardappel, ook datzelfde lemma Aardappel. [N 12, 7; L 32, 14; monogr.; add. uit JG 1b] I-5
beslag beslag: bəsjláách (Heerlen) het in beslag nemen van goederen bijv. als uitvoering van een vonnis [beslag, kommer] [N 90 (1982)] III-3-1
beslaghamer, hoefhamer hoefhamer: hōfhāmǝr (Heerlen) Klauwhamer met vierkante of ronde baan, waarmee hoefnagels worden ingeslagen. De klauw van de hamer wordt gebruikt om nagels die in een verkeerde richting gaan, weer terug te trekken. Een hoefnagel verkeerd in de hoef slaan, werd in L 424 ɛvernagelenɛ (varnē9gala) genoemd. Zie ook afb. 231.' [N 33, 61; monogr.] II-11