30633 |
puntkwast |
puntkwast:
pøntkwas (Q113p Heerlen)
|
Kwast waarvan de haarbundel met touw om de steel is gebonden. [N 67, 30c]
II-9
|
17594 |
pupil |
pupil:
pəpil (Q113p Heerlen)
|
Pupil: het donkere gedeelte van het oog dat wijder of nauwer wordt naarmate er meer of minder licht in valt. [N 84 (1981)]
III-1-1
|
25038 |
purper, paarsrood |
purper:
pūrpər (Q113p Heerlen)
|
de kleur paarsrood [purper, pilper] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
30086 |
put |
bluts:
bløtš (Q113p Heerlen),
deuk:
dø̄k (Q113p Heerlen)
|
Terugwijkend gedeelte van het metselwerk van een muur. [N 31, 47a]
II-9
|
33635 |
putemmer |
putemmer:
pøtɛmər (Q113p Heerlen)
|
[N 12 (1961)]
I-7
|
33633 |
puthaak |
putgard:
pøtgēͅt (Q113p Heerlen),
puthaak:
pøthōͅk (Q113p Heerlen)
|
[N 12 (1961)]
I-7
|
24227 |
putter |
distelvink:
distelvink (Q113p Heerlen, ...
Q113p Heerlen)
|
putter || putter (12 man en pop gelijk; rood gezicht, geel in vleugel, wit in staart; hier alleen op trek; vrij schaars; distelliefhebber; zang is vrolijk, druk gedjiedel; veel in kooi [N 09 (1961)]
III-4-1
|
18610 |
pyjama |
pyjama {pijama}:
pyama (Q113p Heerlen)
|
pyjama, tweedelig nachtkostuum [N 25 (1964)]
III-1-3
|
19079 |
raad |
raad:
road (Q113p Heerlen, ...
Q113p Heerlen)
|
raad [SGV (1914)]
III-1-4
|
22578 |
raad van elf (carnaval) |
raad van elf:
roͅət va eͅləf (Q113p Heerlen)
|
De narrenstaf [marot]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|