31401 |
rechtse boor |
rechtsdraaiende boor:
rɛxs˱drī.nǝndǝ bōr (Q113p Heerlen)
|
Boorijzer waarbij de borende werking optreedt wanneer het rechtsom gedraaid wordt. [N 33, 158b]
II-11
|
21720 |
rechtspreken |
rechten:
richtə (Q113p Heerlen),
rechtspreken:
rèchsjprêêkə (Q113p Heerlen)
|
rechtspreken [rechten] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17616 |
rechtstaande oren |
ezelsoren:
éëzelsoere (Q113p Heerlen)
|
oor: rechtstaande oren [fikoorkes] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
18961 |
rechtvaardig |
eerlijk:
ierlig (Q113p Heerlen),
ierlik (Q113p Heerlen),
rechtvaardig:
rèchvêêdich (Q113p Heerlen)
|
handelend naar recht en billijkheid, rechtvaardig [gerecht, gerechtig] [N 85 (1981)] || rechtvaardig
III-1-4
|
28488 |
redcel |
redcel:
redcel (Q113p Heerlen)
|
Gewone werkbijcel die ontwikkeld wordt tot koninginnecel of moerdop, als het bijenvolk moerloos is geworden of dreigt te worden. Deze redcel of nooddop wordt midden op de raat gebouwd. [N 63, 26b; Ge 37, 50]
II-6
|
25083 |
reeks, rij |
rij:
reij (Q113p Heerlen),
rĭĕj (Q113p Heerlen),
réj (Q113p Heerlen)
|
een rij van geregeld naast elkaar geplaatste dingen [resem, reeks] [N 91 (1982)] || rij [SGV (1914)]
III-4-4
|
30692 |
reformladder |
steekladder:
štęǝklɛdǝr (Q113p Heerlen)
|
Ladder uit twee delen die gebruikt kan worden als schuifladder en als dubbele ladder. [N 67, 63c]
II-9
|
28312 |
regelaar vervoer |
meesterhouwer in het vervoer:
mēstǝrhø̜jǝr en ǝt vǝrvø̄r (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Emma]),
telefonist:
telǝfǝnes (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
vorderofficier:
vø̜rdǝrǫfǝsēr (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
)
|
De vervoerregelaar regelt in de Nederlandse mijnen het transport en de distributie van de lege wagens voor de verschillende laadstations. In de Belgische mijnen kent men hiervoor de "dispatcher". "De dispatcher verdeelt de ledige mijnwagens over de verschillende afdelingen en pijlers. Hij vormt de rijen wagentjes voor hun vertrek en stelt zich gedurende de ganse werktijd telefonisch op de hoogte van het vervoer" (Vanwonterghem pag. 100). [N 95, 150; N 95, 149b; monogr.; Vwo 233; Vwo 284; Vwo 828; Vwo 830]
II-5
|
25171 |
regen (alg.) |
plons:
ploensj (Q113p Heerlen),
regen:
d⁄r reëge (Q113p Heerlen),
d⁄r reën (Q113p Heerlen),
reège (Q113p Heerlen),
réëge (Q113p Heerlen)
|
regen || regen in het algemeen [rengel, majem] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25181 |
regenboog |
regenboog:
d⁄r reëgeboag (Q113p Heerlen),
reègen boag (Q113p Heerlen),
réëgeboag (Q113p Heerlen)
|
regenboog || regenboog [weerteken] [N 22 (1963)]
III-4-4
|