20846 |
rozijn |
rozijn:
rezieng (Q113p Heerlen),
WBD/WLD
rózīēn (Q113p Heerlen)
|
Een gedroogde druif (rozijn, serzijn). [N 82 (1981)] || rozijn
III-2-3
|
20851 |
rozijnenbrood |
rozijnenweg:
rozienewek (Q113p Heerlen)
|
brood, waarin rozijnen gebakken worden [N 29 (1967)]
III-2-3
|
28372 |
rubber transportband |
gummiband:
gumibant (Q113p Heerlen
[(Emma / Oranje-Nassau I-IV)]
[Laura, Julia]),
rubberband:
røbǝrbant (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Maurits])
|
Transportband, vervaardigd uit rubber. [N 95, 644; monogr.]
II-5
|
29017 |
ruche |
ruche:
ruš (Q113p Heerlen)
|
Geplooid (kanten) oplegsel aan dameskleren of een geplooide gerimpelde of klokkend geknipte reep stof. Er zijn twee soorten ruches, rechte en ronde, die verschillend worden geknipt. Zie afb. 47. [N 62, 42a; MW; monogr.]
II-7
|
17767 |
rug |
rug:
ruk (Q113p Heerlen, ...
Q113p Heerlen,
Q113p Heerlen,
Q113p Heerlen)
|
rug [DC 01 (1931)], [SGV (1914)]
III-1-1
|
17640 |
ruggengraat |
ruggenstrang:
rukkestrank (Q113p Heerlen),
ruggenstreng:
ruggestreng (Q113p Heerlen),
rugstrang:
rukschstrank (Q113p Heerlen)
|
rug: ruggegraat [ruggestrang, ruggegraat] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17641 |
ruggenwervel |
wervel:
wervel (Q113p Heerlen, ...
Q113p Heerlen,
Q113p Heerlen)
|
[N 10 (1961)]
III-1-1
|
33989 |
rugnet |
kruisdeken:
krȳts˱dękǝ (Q113p Heerlen)
|
Vliegennet dat over de rug van het paard wordt gehangen. Een groot aantal opgaven zijn benamingen voor het vliegennet in het algemeen. Zie voor de fonetische documentatie het lemma Vliegennet [JG 1a; N 13, 83c]
I-10
|
33974 |
rugriem |
rugzeel:
rø̜k˲zēl (Q113p Heerlen)
|
Riem die een paard dat niet tussen berries is ingespannen op de rug draagt om de strengen op te houden. De rugriem wordt ook gebruikt bij het voorste van twee ingespannen paarden. [JG 1b, 1c, 1d; N 13, 69]
I-10
|
32578 |
ruige mest |
lange mest:
laŋǝ [mest] (Q113p Heerlen)
|
Ruige mest is mest die pas uit de stal is gekomen en daarom nog onverteerd stro bevat. Deze mest vormt aanvankelijk de boven- of buitenlaag van de mesthoop, die o.i.v. zon en wind gemakkelijk verdroogt. Hij heeft daarom ook (nog) niet de kwaliteit van de in het vorige lemma bedoelde mest, die langer en dieper in de mesthoop heeft gezeten. De plaatselijke varianten van [mest [N M, 10b; N 11, 27 add.; N 11A, 4b; JG 1a + 1b add.; div.]
I-1
|