24727 |
takken (coll.) |
tak (mv.):
täk (Q113p Heerlen)
|
takken (mv.) [SGV (1914)]
III-4-3
|
24605 |
takkenbos |
schants:
mv.; verkl.w.: sjantse; sjentske O.Holl. schans. Pappersjans (Hgd. Pappel) populieren-takkebos, buurtnaam
sjants (Q113p Heerlen),
schantsrommel:
sjantsremmel (Q113p Heerlen)
|
stok uit een takkebos || takkebos
III-4-3
|
33632 |
takkenbos, bussel hout |
schans:
schans (Q113p Heerlen)
|
takkenbos, bussel takken en twijgen [N 27 (1965)]
I-7
|
33690 |
talud |
graaf:
grāf (Q113p Heerlen),
kleef:
kliǝf (Q113p Heerlen)
|
De aflopende kant van een weg, dijk of sloot. Een aantal woordtypen duidt op een sloot of greppel naast de weg, terwijl gevraagd was naar de ø̄aflopende kant van een weg, dijk, of slootø̄. [N M, 27; N 11, 7a; N 11, 7b; monogr.]
I-8
|
19650 |
tamme kanarie |
kanarievogel:
carnaljevoegel (Q113p Heerlen),
kanaljevooegel (Q113p Heerlen, ...
Q113p Heerlen)
|
kanarie [SGV (1914)]
III-2-1
|
30644 |
tamponeerborstel |
tamponeerkwast:
tɛmpǝnērkwas (Q113p Heerlen)
|
Langwerpig rechthoekige borstel, meest van blank varkenshaar, met gebogen handvat of steel die wordt gebruikt om bij mat verfwerk de strepen van de verfkwast weg te nemen. Om dit te bereiken wordt met de borstel gelijkmatig op het vers geverfde werk gedopt. [N 67, 38; div.]
II-9
|
30739 |
tamponeren |
tamponeren:
tɛmpǝnērǝ (Q113p Heerlen)
|
Bij mat verfwerk met een tamponeerborstel in de verf doppen.om de strepen van de verfkwast weg te nemen. Zie ook het lemma 'Tamponeerborstel'. [N 67, 80b]
II-9
|
30615 |
tamponneerverf |
tamponneerverf:
tɛmponēr[verf] (Q113p Heerlen)
|
Verf die met een tamponneerkwast kloppend wordt aangebracht. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [N 67, 24]
II-9
|
17760 |
tand |
tand:
tank (Q113p Heerlen, ...
Q113p Heerlen,
Q113p Heerlen,
Q113p Heerlen)
|
tand [DC 01 (1931)], [SGV (1914)]
III-1-1
|
17761 |
tanden |
tanden (mv.):
täng (Q113p Heerlen)
|
tanden [SGV (1914)]
III-1-1
|