25828 |
versnijden |
bij laten lopen:
bēj lǭǝtǝ lōpǝ (Q113p Heerlen),
versnijden:
vǝršnijǝ (Q113p Heerlen)
|
Een muur vanaf een bepaald punt minder dik verder bouwen, bijvoorbeeld door van tweesteens naar anderhalfsteens of, volgens de invullers uit L 320a en L 382, van steens naar halfsteens over te gaan. [N 31, 46a]
II-9
|
30058 |
versnijding |
versnijding:
vǝršnijeŋ (Q113p Heerlen)
|
Elk van de trapsgewijze versmallingen in het metselwerk van een fundament. [N 31, 2a; monogr.]
II-9
|
32918 |
verspreid gras |
sprei:
špręi̯ (Q113p Heerlen)
|
Het resultaat van de handeling uit het voorgaande lemma: het gemaaide gras dat gelijkmatig op het veld ligt te drogen. [N 14, 98]
I-3
|
18797 |
verstand |
benul:
benul (Q113p Heerlen),
vernunft (du.):
vərnónnəf (Q113p Heerlen),
verstand:
versjtank (Q113p Heerlen, ...
Q113p Heerlen,
Q113p Heerlen),
vərsjtánt (Q113p Heerlen)
|
het vermogen goed, helder te denken [verstand, bewijs, bewoud, vernuft] [N 85 (1981)] || vernuft || verstand
III-1-4
|
19179 |
verstandig |
schlau (du.):
sjlōū (Q113p Heerlen),
verstandig:
verschtändig (Q113p Heerlen),
versjtendig (Q113p Heerlen, ...
Q113p Heerlen),
versteestemich (Q113p Heerlen)
|
een goed verstand hebben; zijn verstand goed gebruikend [bezouwig, redelijk, radelijk] [N 85 (1981)] || verstand || verstandig [SGV (1914)]
III-1-4
|
17625 |
verstandskies |
tand van verstand:
tank va verstank (Q113p Heerlen),
verstandstand:
versjtankstank (Q113p Heerlen)
|
verstandskies (oogtand, baktand) [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
31536 |
verstelbare moersleutel |
engelander:
eŋǝlɛndǝr (Q113p Heerlen)
|
sǝl Q 116; verstelbare sleutel: vǝrštɛlbrǝ šløsǝl Q 121b; ijzeren sleuter: ęjzǝrǝ slø̜jtǝr P 176b; %%B de volgende opgaven betreffen het oudere type Engelse sleutel -- vergelijk afbeelding 199a-d%% engelse sleutel: e' [N 33, 300a; N 33, 300d; N 64, 78b; monogr.]
II-11
|
29112 |
verstellen |
stukkeren:
štøkǝrǝ (Q113p Heerlen)
|
Een lap op de scheur in het kledingstuk naaien of het verstellen of oplappen. [N 62, 43a; N 62, 21b; Gi 1.IV, 50; S 36; MW]
II-7
|
28430 |
verstevigingsspijlen |
houten spijlen:
hōtǝ špilǝ (Q113p Heerlen)
|
Spijlen die door de korf worden gestoken ter versteviging en ondersteuning van de ratenbouw. Enkele stroringen onder de kop steekt de imker een stuk of drie spijlen loodrecht op de kopspijlen en een stuk lager weer een drietal, terwijl enkele ringen boven de onderkant nog eens een paar spijlen komen. De spijlen zijn doorgaans van sporkehout of de vuilboom gemaakt maar er zijn er ook van wilge-, esse-, populiere-, beuke- en notehout. [N 63, 6b; N 63, 5e; N 63, 6c; Ge 37,14]
II-6
|
22349 |
verstoppertje spelen |
busverstoten:
busj verstoette (Q113p Heerlen),
/
busj verstoette (Q113p Heerlen),
koekverbergen:
koek verberge (Q113p Heerlen),
koekverberge (Q113p Heerlen),
kukvərbēͅrgə (Q113p Heerlen),
/
koekverbergen (Q113p Heerlen),
Zie ook: versjtupperke.
koekverberge (Q113p Heerlen),
verstoppertje spelen:
Zie ook: koekverberge.
versjtupperke (Q113p Heerlen)
|
Het spel waarbij alle personen zich verstoppen, behalve één die alle anderen moet zoeken; bij het doel (bijv. een boom) kunnen de verstopten zich afmelden (op dit spel bestaan vele varianten, misschien kunt u die ook vermelden: de naam en hoe het gespeeld [N 88 (1982)] || Lievelingsspel 1. [SND (2006)] || schuilevinkje spelen [SGV (1914)] || verstoppertje [SND (2006)] || Verstoppertje, schuilevinkje spelen, waarbij de verstopte koek roept. || Verstoppertje.
III-3-2
|